door Caroline B. Glick - 8 oktober 2015
"De man die deze moorddadige leugen propageert en de dood en chaos orkestreert zoals deze bloedige oogst, is niemand minder dan de favoriete Palestijnse gematigde man van het Westen."
Alle Palestijnse terreuraanslagen die in de afgelopen weken plaatsvonden hebben een gemeenschappelijk kenmerk. Alle terroristen zijn van mening dat ze door het aanvallen van Joden de Tempelberg beschermen tegen de ondergang.
En waarom zouden zij deze obsceniteit niet geloven? Overal waar ze komen, iedere keer dat zij hun televisies aanzetten, de krant lezen, naar school gaan of naar de moskee, wordt hen verteld dat de Joden de al-Aksa Moskee vernietigen. De Al-Aksa, zo krijgen ze te horen, is in gevaar. Zij moeten de wapens oppakken om hem te verdedigen tegen de Joden, ongeacht de kosten.
Eén man staat in het centrum van deze bloedige smaad. De man die deze moorddadige leugen propageert en de dood en chaos orkestreert met een bloedige oogst, is niemand anders dan de in het Westen zo favoriete Palestijnse gematigde man: PLO-leider en Palestijnse Autoriteit President Mahmoud Abbas.
Op 16 september gaf Abbas een toespraak. Die werd uitgezonden op de PA-televisie en geplaatst op zijn Facebook-pagina. Daarin zette hij de Palestijnen aan om Joden te vermoorden. In zijn woorden: "De Al-Aksa moskee is van ons. Zij [de Joden] hebben geen recht om het te ontheilig met hun vuile voeten. We zullen hen niet toestaan dat te doen en we zullen er alles aan doen om Jeruzalem te verdedigen."
"Abbas voegde toe:" We zegenen elke druppel bloed die vergoten is voor Jeruzalem. Het is schoon en zuiver bloed, bloed dat werd vergoten voor God. Het is de wil van Allah dat elke martelaar naar de hemel zal gaan en elke gewonde [terrorist] zal Gods loon ontvangen." Twee weken later opende Abbas zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de VN met dezelfde leugens, bedreigingen en opruiing. Bijna precies een jaar geleden, heeft Abbas zijn gal uitgespuwd in soortgelijke een toespraak, ook met dezelfde moorddadige gevolgen.
In een toespraak voor het Fatah uitvoerend comité in oktober vorig jaar, zei Abbas: "We moeten op elke mogelijke manier voorkomen dat zij [de joden] de heilige plaats bezetten. Dit is onze heilige plaats, dit is onze al-Aksa en onze kerk [de kerk van het Heilig Graf]. Zij hebben geen recht om die te betreden. Zij hebben geen recht om die te ontheiligen. We moeten hen dit beletten. We moeten hen met ons lichaam blokkeren en zo onze heilige plaatsen verdedigen.
"In de daaropvolgende weken werden Abbas' woorden 19 keer op de Palestijnse televisie opnieuw uitgezonden. In die periode vermoordden Arabische terroristen de rabbijnen die in gebed waren in een Jeruzalemse synagoge, en ze probeerden mensenrechtenactivist Jehuda Glick te vermoorden, en Joden te vermoorden die in de hoofdstad bij de lightrailhalte stonden. Elf Israëli's werden afgeslacht in deze terroristische aanvallen. Toen net als nu, hebben Abbas en zijn plaatsvervangers niet alleen aangezet tot aanvallen, ze hebben de daders gestimuleerd om Joden te vermoorden.
Elk jaar betaalt dezelfde PA, dat eeuwig armoedig beweert te zijn, meer dan $ 100 miljoen aan terroristen die gevangen zitten in Israëlische gevangenissen. Hun salarissen variëren tussen de 4-7 keer het gemiddelde PA-salaris, afhankelijk van de dodelijkheid van de aanslagen die ze hebben uitgevoerd. Populaire bewustwording van de financiële voordelen van terroristische activiteiten heeft een cruciale rol gespeeld in het motiveren van de Palestijnen om Joden aan te vallen. Dit wordt duidelijk door de acties van de afgelopen weken bij een aantal zogenaamd "eenzame wolf" aanvallers in de uren voordat ze toesloegen.
Een aantal van hen - net als hun voorgangers bij de aanvallen van vorig jaar - maakten hun voornemen op hun Facebook-pagina's bekend om martelaren te worden, om zo de al-Aksa te beschermen tegen de Joden, kort voordat ze hun aanvallen uitvoerden. Geld kan de grootste stimulans zijn voor de potentiële terroristen van Abbas en zijn PA. Maar dit is niet het enige. Er is ook de sociale status die wordt gegeven aan deze terroristen en hun families. Elke aspirant-terrorist weet dat als hij erin slaagt Joden te doden, hij zal worden verheerlijkt door de Palestijnse media en dat zijn familie zal worden omarmd door de gevestigde orde van de PA - in de eerste plaats door Abbas zelf, die er een gewoonte van heeft gemaakt met terroristen en hun families samen te komen.
Momenteel is de leiding van de veiligheidsdienst van Israël verwikkeld in een bitter geschil met onze verkozen leiders over de aard van de huidige terroristische aanval. Het geschil is woensdagavond aan de oppervlakte gekomen toen de generaals militaire verslaggevers gebruikten bij het bekritiseren van premier Benjamin Netanyahu, die de schuld voor het geweld aan Abbas gaf. De generaals blijven volhouden dat Abbas een goede vent is. Hij probeert de situatie te kalmeren, stellen zij, en Israël moet hem steunen.
Zij die zo kijken naar deze dingen in het IDF, lijken de overhand te hebben in deze strijd. Dit is de enige manier om Netanyahu's aankondiging te lezen op woensdagavond, dat hij ministers en leden van de Knesset een bezoek aan de Tempelberg verbood tot nader order. De stap van Netanyahu is niets minder dan een signaal dat hij Abbas' vooronderstelling accepteert dat er iets mis als Joden hun recht uitoefenen om de heiligste plaats van het Jodendom te bezoeken.
De redenen van de generaals om Abbas te verdedigen is vrij eenvoudig. Gedurende de huidige Palestijnse terreuraanval ze zijn blijven samenwerken met de door Abbas gecontroleerde Palestijnse veiligheidstroepen in Judea en Samaria. Deze krachten werken samen met de IDF in het zoeken naar en arresteren van terroristen van Hamas en andere groepen die niet ondergeschikt zijn aan Abbas.
Het feit dat Abbas zijn mannen opdracht heeft gegeven om samen te werken met de IDF heeft de generaals ervan overtuigd dat hij een positief element is. Zodat - zoals zij het zien - hij beschermd moet worden.
In hun ogen moet Israël de contra-terrorisme operaties en de tactische operaties tegen de aanmoedigers en hun naaste commandanten beperken, met het negeren van de overkoepelende oorzaak van het geweld. Door zich zo te gedragen, op deze manier, maakt de leiding van onze veiligheid zich moedwillig blind voor het feit dat Abbas een dubbelspel speelt. Aan de ene kant beveelt hij zijn troepen om aardig te zijn voor de IDF-officieren in het Centrale Commando als ze vechten tegen de terroristische cellen van Hamas en andere groepen die niet loyaal zijn aan Abbas, om zo hun waardering te winnen. Maar aan de andere kant werkt Abbas samen met diezelfde terroristische krachten en spoort hen aan om aan te vallen, én beloont hen voor dat ze dit doen.
Misschien is wel het meest schandalige aspect van het aandringen van de IDF is, dat Abbas niet van cruciaal belang is voor de terrorismebestrijding, zoals de eigen gegevens van de IDF aantonen; en dat Abbas een onbelangrijke rol heeft gespeeld bij het onderdrukken van de terreuraanslagen tegen Israël.
Zoals Jerusalem Post columnist Evelyn Gordon liet zien in een artikel in een commentaar deze week: dat volgens officiële gegevens uit 2002, toen Palestijnse terroristische activiteiten in het gebied op hun hoogtepunt waren tot aan 2007, waarna Israël begon met de overdracht van de beveiliging en de controle over een aantal Palestijnse steden aan de troepen van Abbas, dat het niveau van terrorisme daalde met 97 procent. Zelfs ook nadat Israël toestemming gaf aan de veiligheidsdiensten van Abbas in Nablus en Jenin om ze daar in te zetten, is de IDF blijven opereren in deze gebieden, vaak op een nachtelijke basis.
Zoals Gordon opmerkte was de enige plek waar Abbas enige veiligheidscontrole heeft uitgeoefend: Gaza . Vanaf september 2005, toen Israël zijn strijdkrachten verwijderde uit de Gazastrook totdat Hamas de Fatah-troepen uit de gebieden verdreef in juni 2007, hadden de troepen van Abbas de volledige controle over de Gazastrook. Gedurende deze tijd deden zijn troepen niets aan Hamas - en aan de Fatah-krachten - om aanvallen te voorkomen op Israël met de duizenden mortieren en raketten. Zijn strijdkrachten deden niets om de massale overdracht van geavanceerde wapens te voorkomen naar Gaza vanuit Egypte en Iran.
Het is waar, sinds zijn troepen uit Gaza zijn weggewerkt, heeft Abbas hen bevolen om samen te werken met de IDF in Judea en Samaria om te voorkomen dat Hamas hem daar ook omver zou werpen. Maar op hetzelfde moment zoekt hij er voortdurend naar om een regering van nationale eenheid met Hamas te vormen. Hij financiert Hamas. Hij verheerlijkt hun terroristen. En hij weigert om hun aanvallen tegen Israël te veroordelen. Bovendien, ondertussen bestelt hij zijn mannen om het IDF te helpen om hem te beschermen tegen Hamas, en leidt hij de diplomatieke oorlog tegen Israël op internationaal niveau.
De doelstellingen van die oorlog zijn schade toe te brengen aan de economie van Israël en Israëls recht op zelfverdediging te ontkennen. De terughoudendheid van onze politieke leiders om op te staan tegen het leger is begrijpelijk. Het is bijna onmogelijk om de IDF orders te geven en tot actie te dwingen. Op een gegeven moment moet de overheid wel deze ongehoorzame generaals in toom houden. Gelukkig heeft de overheid het IDF niet nodig bij het omgaan met Abbas om zijn vermogen te vernietigen om op te hitsen tot rechtstreekse aanvallen tegen Israël.
Onze verkozen ambtenaren hebben de bevoegdheid om zelf het dubbele fundament van het terroristische offensief Abbas na te gaan. Die fundamenten zijn de opruiing en de financiële prikkels die hij gebruikt om de Palestijnen te motiveren om Joden aan te vallen. Om de financiën te beëindigen moet de Knesset twee wetten aannemen om de bronnen van financiering voor het terrorisme te laten opdrogen. Als eerste moet de Knesset een wet aan nemen die bepaalt dat alle panden die toebehoren aan de terroristen en alle goederen die door terroristen gebruikt worden voor het plannen en het uitvoeren van aanvallen, in beslag zullen worden genomen door de overheid en overgedragen aan de slachtoffers van de aanvallen. Bovendien dat alle vergoedingen die betaald worden aan terroristen en hun familieleden op grond van hun aanslagen in beslag worden genomen door de overheid en overgebracht naar hun slachtoffers.
De tweede wet zou betrekking moeten hebben op de Israëlische praktijk - zoals verankerd in de Oslo-akkoorden die Abbas vorige maand bij de VN ingetrokken heeft - de overdracht van de belastinginkomsten aan de PA. De Knesset moet bij wet verbieden dat die transfers zullen plaatsvinden, tenzij de minister van Defensie verklaart dat de PA is opgehouden alle met terrorisme gerelateerde activiteiten, waaronder het aanzetten, de organisatie, de financiering, en het regisseren en verheerlijken van terreuraanslagen en terroristen. Tot aan deze verklaring moeten alle inkomsten verzameld worden en gebruikt om de PA-schulden te voldoen aan de betreffende Israëlische instellingen en voor compensatie aan de slachtoffers van het Palestijnse terrorisme.
Net als bij het aanzetten, moet de overheid naar de bron van het probleem gaan: Abbas' bloedige smaad over de Joodse rechten op de Tempelberg. Zoals de zaken nu staan, eist Abbas een prijs in menselijke levens voor zijn obscene anti-joodse propaganda over onze "bezoedeling met vuile voeten" van de meest heilige plaats in het jodendom. Door het blokkeren van gekozen parlementsleden voor een bezoek aan de Tempelberg, faalt de overheid er niet alleen in om een prijs te vragen vanwege Abbas' obscene propaganda, het beloont hem, en zo is het een uitnodiging aan Abbas om zijn retorische offensief uit te breiden.
Een tegengestelde aanpak is nodig om de situatie te verhelpen. In plaats van de gekozen mensen te verhinderen een bezoek aan de Tempelberg te brengen, zou Netanyahu hen moeten aanmoedigen om dit te doen. Net zoals hij een brief gestuurd heeft naar de Jordaanse koning Abdullah om hem te vertellen dat Israël de status quo op de Tempelberg zal behouden, zo moet hij een soortgelijke brief aan onze wetgevers sturen.
In zijn brief zou Netanyahu moeten zeggen dat in overeenstemming met de status quo, dat de rechten van de leden van alle religies beschermd worden bij het vrij betreden van de Tempelberg, en dat zo de regering ook verplicht is om de rechten van alle gelovigen van alle religies te beschermen om op te gaan naar de Berg.
De Palestijnse terroristische aanvallen die nu tegen ons woeden, zijn niet spontaan. Abbas heeft ertoe aangezet en het geregisseerd. Om deze aanval te stoppen, moet Israël eindelijk actie ondernemen tegen Abbas en zijn oorlogsmachines. Iets minders kan ons niets meer brengen dan een tijdelijke adempauze in dit bloedbad, waar Abbas vrij is om het te eindigen wanneer hij maar wil.
http://www.CarolineGlick.com
Bron: Column One: Abbas must be stopped - Opinion - Jerusalem Post