Door Jonathan Spyer - 12 Januari 2015
De islamitische wereld zit momenteel middenin een grote historische opschudding. Dit proces geeft de geboorte aan van politieke trends en bewegingen met een moordlustige gewelddadige aard. Deze bewegingen bieden een vermeende vluchtweg uit de vernedering van de diepgaande gevoelens over een maatschappelijke mislukking van de Arabische en in iets mindere mate de bredere islamitische wereld.
Deze vlucht is tussen haakjes de meest gewelddadige intolerante historische trends van de islam, in een legendarisch en mogelijk voorgesteld verleden. De route naar deze oud-nieuw gedachte utopie is een bloedige. Iedereen die zich ertegen verzet, al is het maar in lichte mate, moet sterven. De eenvoudige en brutale wetten van het 7e eeuwse Moslim-Arabië worden opnieuw toegepast, in hun letterlijke zin. De gebeurtenissen van vorige week in Parijs waren een manifestatie van deze trend.
Deze trends bestaan niet alleen in de Arabische en islamitische wereld zelf. Vanwege de massale immigratie vanuit de Arabische en islamitische wereld naar de West-Europese landen zijn ze ook krachtig aanwezig in immigrantengemeenschappen in deze landen. De Kouachi broeders en Amedi Coulibaly zijn de uiterlijke en ongetwijfeld niet de laatste vertegenwoordigers van deze politieke wereld die dit aan ons op wil leggen.
De politieke stroming in kwestie heet de politieke islam. Het manifesteert zich in zijn meest extreme vorm in de rivaliserende mondiale netwerken van de beweging van Al Qaeda en de Islamitische Staat. Maar deze zijn helaas alleen maar het scherpe uiteinde van een veel grotere ijsberg.
Politieke islam en zijn volgelingen zijn niet allemaal, of voornamelijk, jonge mannen die uit sloppenwijken komen.
Integendeel, haar aanhangers zijn staatshoofden, krachtige economische belangen, en mediagroepen, en culturele prominenten. Sommige van deze waren, absurd genoeg, zelfs aanwezig op de "solidariteitsmars" in Parijs.
Ze verlaagden dit evenement tot een leeg spektakel door hun aanwezigheid.
Minister-president Ahmet Davutoglu van Turkije, bijvoorbeeld, kwam zijn solidariteit aanbieden aan de slachtoffers van journalisten die vermoord zijn door islamieten in Parijs, slechts twee dagen nadat de Turkse rechtbank een pianist veroordeelde tot 10 maand gevangenisstraf, en vijf jaar voorwaardelijk, voor de misdaad van het "denigreren van een godsdienst (d.w.z. de islam)."
In de afgelopen drie jaar is Turkije een actieve aanhanger geweest van zowel de islamitische staat als de al-Qaeda-troepen in noordelijk Syrië. Dat wil zeggen, dat Davutoglu meemarcheerde in de veroordeling van krachten die zijn eigen regering steun heeft aangeboden.
Politieke islam is een reactie op een diepgaande maatschappelijke mislukking. Het is ook een vlucht in de onwerkelijkheid. Het heeft niets concreets te bieden, zoals een werkelijke remedie aan de Arabische en islamitische ontwikkelingsproblemen. Economische, juridische en maatschappelijke modellen die voortvloeien uit de 7e eeuw Arabische woestijn zijn vrij duidelijk belemmeringen voor succes in de 21e eeuw.
Waar die stelselmatig worden opgelegd, zoals in de Islamitische Staat, scheppen ze iets dat dicht bij een hel op aarde staat. Waar ze in meer gematigder vormen aanwezig zijn - zoals in Qatar, Gaza, Iran, (en steeds meer) Turkije, enzovoort - zullen zij alleen maar verstikkende, stagnerende en repressieve samenlevingen produceren.
Maar de remedie voor zo'n verstoring die de politieke islam biedt, is geen materiële. Het biedt in royale porties de bedwelmende psychologische cocktail aan van moorddadige woede en assertiviteit, en de wens die vijanden aan te vallen en te vernietigen - de ongelovigen die de bindende religieuze geboden overtreden, Joden, enzovoort.
Dit is niet de eerste keer dat in Europa dergelijke politieke verschijnselen zijn opgetreden op basis van een moorddadige woede en utopieën die begraven liggen in het magische verleden. De Europese fascistische bewegingen hebben ook een dergelijke mix geproduceerd. Maar natuurlijk, dit keer komt de woede en utopie niet uit de Europese cultuur, maar ontleent het zich uit een vreemde cultuur die zich onder de Europeanen heeft geïmplanteerd.
Hier vinden we het tweede deel van het probleem. Arabische en islamitische samenlevingen kunnen mislukken en door de mand vallen, maar zij behouden een uitzonderlijk sterk en levendig gevoel over zichzelf. Het is de ironie van de geschiedenis dat dit gevoel van eigenwaarde juist van een soort is, dat gebonden is aan het behouden van hun samenlevingen, die vastzitten aan mislukking. Maar geschiedenis begunstigt de ironie, en daarom blijft het dit toch krachtig ervaren, en vandaar is de politiek kracht. In dit opzicht lijkt de moderne islamitische wereld op West-Europa van 80 of 90 jaar geleden, maar niet op het hedendaagse continent.
In de hedendaagse Westerse Europese samenlevingen ontmoet de politieke islam een menselijk collectief lijden, daarentegen met een diep verlies van zichzelf. Niemand, ten minste in de mainstream van de politiek en cultuur, lijkt kundig te zijn waar de West-Europese landen voorstaan, of wat ze tegenstaat - ten minste na een soort van platvoers geloof dat iedereen kan doen wat ie wil, en niet lastig zijn voor elkaar.
Het resultaat is dat wanneer de gewelddadige politieke islam botst met de verzadigde, verloren samenlevingen van West-Europa, het antwoord niet een verzet is van de kant van de laatste, maar eerder angst.
Deze angst manifesteert zich, want angst is gewoon om dat te doen, in verschillende manieren, die niet bijzonder opbouwend zijn.
De meest voor de hand liggende is het vermijden: "de aanslagen hadden niets te maken met de islam", "werkloosheid en armoede zijn de oorzaak", "de islamitische staat is niet islamitisch, noch een staat, etc etc.
Een ander voorbeeld is verzoening: "misschien als we hen wat geven van wat ze willen, dan laten ze ons met rust."
Dit antwoord verklaart misschien gedeeltelijk de opmerkelijke acceptatie in delen van West-Europa van de anti-Joodse vooroordelen die zo overheersend zijn in de islamitische wereld.
De verveling van de westerse Europese hoofdstroom zal vrijwel zeker een beletsel zijn voor het accepteren van zeer harde maatregelen, die alleen dienen om adequaat te kunnen inspelen op het groeiende probleem van grote aantallen jonge Europese moslims voor de politieke islam, en het geweld dat ze tegen hun gastlanden begaan.
Deze maatregelen - wat een strenger toezicht moet zijn, en politiseren van gemeenschappen, snelle deportaties van brandbommenpredikers, intrekking van burgerschap voor degenen die zich bezighouden met geweld, mogelijke gevangenisstraf van verdachten, enzovoort - vereist een politieke wil die kennelijk afwezig is. Dus zal het niet gebeuren. De gebeurtenissen van Parijs zullen dus vrijwel zeker terugkeren.
En tot slot, aangezien de elites niet kundig zijn in het produceren van weerstand, zal het buiten de elites uit komen. Vandaar de groei van populistische, nationalistische partijen en bewegingen in West-Europa. Maar Europa is wat het is, en zijn overgangsbewegingen bevatten waarschijnlijk een flinke dosis van vreemdelingenhaat en een onverdraagzaamheid die het oude continent gekenmerkt heeft.
Niets van dit alles kan op dit moment worden besproken in de beleefde Europese samenleving. Maar alles daarvan is vrij duidelijk. Om deze reden kijken de Europese Joden op dit moment aandachtig naar een uitweg. Als iemand die werd geboren in West-Europa, en het 25 jaar geleden verliet voor Israël, ben ik blij om te concluderen dat als gevolg van de inspanningen en het offer van velen, Europese Joden dit keer niet weerloos noch alleen zijn. Noch zal hun bloed vrij zijn om straffeloos te worden genomen.
PJmedia, 12 januari 2015