23 januari 2015 - door Caroline Glick
Oorspronkelijk gepubliceerd in de Jerusalem Post.
Iran heeft nu blijkbaar een intercontinentale ballistische raket waarvan het bereik veel groter is dan de afstand tussen Iran en Israël of tussen Iran en Europa.
Woensdagnacht toonde Channel 2 de satellietbeelden die genomen zijn door Israëls Eros-B-satelliet die afgelopen april werd gelanceerd. De beelden toonden de nieuwe raketlanceerplaats die Iran onlangs heeft gebouwd, net buiten Teheran. Eén faciliteit ervan is de lanceerplaats die geschikt is voor het lanceren van een raket in de ruimte, of om een ICBM [InterContinental Ballistic Missile] af te vuren.
Deze nieuwe 27 meter lange raket was nooit eerder gezien op het lanceerplatform.
De raket en het lanceerplatform geven wel aan dat het Iraanse ballistische raketprogramma een integraal deel uitmaakt van het kernwapenprogramma en op volle toeren is. De uitgebreide ruimte voor Iran's ballistische rakettenprogramma, zoals aangegeven door de satellietbeelden, maakt duidelijk dat zijn kernwapenprogramma niet alleen een bedreiging is voor Israël, maar voor Israël én Europa. Het is een directe bedreiging voor de Verenigde Staten net zo goed.
Ook op diezelfde woensdag werd premier Benjamin Netanyahu uitgenodigd voor een gezamenlijke zitting van het Congres door de voorzitter van het Huis, John Boehner.
Boehner heeft Netanyahu gevraagd om de Amerikaanse wetgevers toe te spreken op 11 februari [inmiddels verzet naar 3 maart] gezien het Iraanse nucleaire programma en de bedreiging van de internationale veiligheid die is neergezet door de radicale islam.
Leiders van de oppositie waren er snel bij om Boehner en de Republikeinse partij te beschuldigen van inmenging in Israëls komende verkiezingen, door Netanyahu te voorzien van zo'n prestigieus podium, slechts vijf weken voordat de Israëli's naar de stembus gaan.
Labor Knesset-lid Nachman Shai vertelde The Jerusalem Post dat omwille van de eerlijkheid, Boehner deze uitnodiging moet uitbreiden tot oppositieleider Isaac Herzog.
Maar door zo te protesteren, hebben de leden van de oppositie het punt gemist. Boehner heeft Netanyahu niet uitgenodigd omdat hij iets geeft om Israëls verkiezingen. Hij nodigde Netanyahu uit omdat hij geeft om de Amerikaanse nationale veiligheid. Hij gelooft dat door Netanyahu te laten spreken over de problemen ten aanzien van het nucleaire programma van Iran en de radicale islam, dit Amerika's nationale veiligheid zal bevorderen.
Boehner's voornaamste zorg, én die van de meerderheid van zijn collega's van de Democratische en Republikeinse partijen, zijn gelijk, en dat is dat president Barack Obama's beleid met betrekking tot Iran's nucleaire wapenprogramma een bedreiging voor de VS is. Net zoals de uitnodiging voor Netanyahu een twee-partijen-uitnodiging was, zo zijn de zorgen over Obama's beleid betreffende het Iraanse nucleaire programma ook twee-partijen-zorgen.
In de afgelopen week heeft met name Obama een standpunt over Iran ingenomen dat hem ver buiten de hoofdstroom van de Amerikaanse politiek zet. Zijn radicale positie heeft de president op ramkoers gebracht met het Congres, en die is het beste uitgedrukt de afgelopen woensdag door de democratische senator Robert Menendez. Tijdens een hoorzitting van de Senaatscommissie voor buitenlandse zaken, waar Menendez als Democratisch lid fungeerde, zei hij: "Hoe meer ik hoor van de regering, en de citaten van haar, hoe meer het klinkt als spreekpunten die rechtstreeks uit Teheran komen."
Menendez verwees naar de bedreigingen die Obama in de afgelopen week tot drie keer toe maakte, het meest prominent in zijn State of Union die werd uitgesproken op dinsdag verleden week, over een veto tegen eventuele sanctie-wetgeving tegen Iran, dat voor ondertekening naar zijn Bureau werd gebracht.
Hij heeft de voorstanders van sancties aangeduid als vijanden van een diplomatieke strategie in het omgaan met Iran, en suggereerde daarmee, als oorlogsstokers - en Menendez is de co-sponsor van behandeling van een wetsvoorstel voor sancties.
Inderdaad betwistte Obama in opmerkingen naar de Democratische leden van de Senaat vorige week, de motivatie van wetgevers die verdere sancties via wetgeving steunen. Indirect beweerde hij dat zij werden gedwongen hun posities in te nemen als gevolg van druk door hun donors en anderen.
Het probleem voor Amerikaanse wetgevers is dat de diplomatieke koers die Obama heeft gekozen, het voor de VS onmogelijk maakt om de instrumenten van diplomatie te gebruiken, om daarmee te voorkomen dat Iran nucleaire wapens gaat verwerven.
De koers van de diplomatieke actie is verankerd in het 'Gezamenlijke Plan van Actie' [JPOA] dat de VS en haar partners Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, China en Rusland (de P5+1) hebben ondertekend met Teheran in november 2013.
De JPOA heeft geen beperkingen gesteld op het ballistische rakettenprogramma van Iran. De belangrijkste gebieden van het JPOA hebben betrekking op de Iraanse uraniumverrijking en de plutoniumreactor activiteiten. Krachtens de overeenkomst, of de aspecten van wat Obama openbaar heeft gemaakt, wordt Iran verondersteld zich te beperken in de verrijking van uranium met een 3,5% zuiverheid.
En het is niet de bedoeling om de maatregelen uit te breiden tot de zwaarwaterreactor van Arak, die kan worden gebruikt om plutonium te ontwikkelen, dat voor wapens bestemd is.
Van het JPOA wordt ook verondersteld dat het Iran zal dwingen om alle nucleaire activiteiten te delen, die in het verleden door de militairen verricht zijn.
Tijdens zijn State of the Union beweerde Obama, dat sinds de ondertekening van de overeenkomst, Iran de "voortgang van zijn nucleaire programma heeft stopgezet, en zijn voorraad van nucleair materiaal heeft verminderd."
Maar zoals Omri Ceren van het Israël-Project deze week opmerkte heeft Iran sinds de ondertekening van de JPOA zijn uranium- en plutoniumwerk verder uitgebreid. En zoals de satellietbeelden van Eros-B aangetoond hebben, is Iran er klaar voor om te starten met een ICBM.
Toen het JPOA werd ondertekend, verwierpen de regeringsambtenaren van Obama de zorgen voor het toestaan aan Iran dat het uranium mocht verrijken tot 3,5% - wat in strijd was met de bindende VN-Veiligheidsraad-resolutie 1929, vanaf 2010 - en de VS stelde Iran in staat om nucleaire wapens te ontwikkelen. Verrijking tot 3,5%, zeiden ze, is ver van het 90% verrijkingsniveau wat nodig is om uranium geschikt te maken voor een bom.
Maar het betekent wel dat de afstand ertussen niet al te groot is. Zestig procent van het werk dat nodig is om uranium te verrijken tot de graad van zuiverheid tot bom-niveau, wordt gedaan door het verrijken tot 3,5%. Sinds het JPOA is ondertekend, heeft Iran uranium in voldoende hoeveelheden verrijkt voor het produceren van twee nucleaire bommen.
Wat betreft het plutonium-ontwikkelingswerk, zoals Ceren opmerkte, zegt het feitenrapport van het Witte Huis over het JPOA, dat Iran zelf toegezegd heeft "om te stoppen met de vooruitgang op de weg naar plutonium."
In oktober vorig jaar heeft Foreign Policy Magazine gemeld dat Iran die toezegging aan het schenden was, door onderdelen te willen aanschaffen voor haar zwaarwater-plutoniumreactor in Arak. En toch, verbluffend genoeg, in plaats van het simpele feit te erkennen dat Iran vastbesloten was tot schending, verontschuldigde het State Department Iran's gedrag en drong erop aan dit niet als een duidelijke schending te zien van de verplichte inzet.
Verontrustender is dat sinds de JPOA werd ondertekend, Iran herhaaldelijk de toegang heeft geweigerd aan het Internationaal Atoomenergie Agentschap tot Iran's nucleaire installaties, en ook de IAEA te informeren over de nucleaire activiteiten die zijn leger in het verleden heeft verricht.
Als gevolg daarvan weten de VS en haar partners nog steeds niet welke nucleaire installaties Iran heeft, of welk nucleaire ontwikkelingswerk het heeft ondernomen.
Dit betekent dat als een nucleaire overeenkomst wordt ondertekend tussen Iran en de P5+1, dat er naar alle waarschijnlijkheid geen verificatieprotocollen in de overeenkomst van toepassing zullen zijn op alle aspecten van het nucleaire programma van Iran. En als het niet van toepassing is op alle aspecten van de nucleaire activiteiten van Iran, kan men niet voorkomen dat Iran de activiteiten waarover we niet weten, zal voortzetten.
Zoals David Albright, een voormalig IAEA inspecteur, verklaarde in een opiniestuk in de Wall Street Journal vorig jaar mei: "om geloofwaardig te willen zijn, moet een definitief akkoord ervoor zorgen dat de inspanning van Teheran voor de bouw van een bom voldoende tijdrovend is, en aantoonbaar zal zijn, dat de internationale gemeenschap resoluut kan handelen om te voorkomen dat Iran daarin zal slagen. Het is van cruciaal belang om te weten of de Islamitische Republiek een nucleair wapenprogramma had in het verleden, hoe ver de werkzaamheden zijn inzake geavanceerde kernkoppen, en of het nog steeds doorgaat. Zonder duidelijke antwoorden op deze vragen zullen buitenstaanders niet in staat zijn om te bepalen hoe snel het Iraanse regime een ruw kernproef-apparaat of een productiewapen kan construeren als het terug wil komen op een overeenkomst."
Bezorgdheid over de mazen in de JPOA-overeenkomst bracht de Congres-leiders van beide partijen ertoe te beginnen met het werken aan extra sancties tegen Iran, onmiddellijk nadat de JPOA werd afgesloten. Om de druk van het Congres te weerstaan, heeft de Obama-regering afwisselend het patriottisme van zijn critici aangevallen door te beweren dat ze probeerden om de VS in een onnodige oorlog tegen Iran te duwen, en hij verzekerde hen dat al hun zorgen in een definitieve overeenkomst zouden worden aangepakt.
Helaas, sinds de ondertekening van de JPOA heeft de regering standpunten ingenomen die ervoor zorgen dat niets van de zorgen van het Congres zal worden behandeld.
Dat overwegende, verklaarde de minister van buitenlandse zaken John Kerry, al vroeg in 2013, dat "de President het definitief heeft gemaakt", en dat Iran alle "vragen rond Iran's nucleare programma", in november vorig jaar heeft beantwoord, en er werd gemeld dat de VS en haar partners deze verplichting terug hadden genomen.
Iran zal niet worden verplicht om een volledig boekhouding te openen van haar in het verleden gedane nucleaire werkzaamheden, en dus willen de VS en haar partners een deal sluiten die niet in staat zal zijn om te verifiëren of Iran nucleaire wapens gaat bouwen.
Zoals de regering zijn eerdere toezeggingen aan het Congres heeft genegeerd, om voor beveiliging te zorgen, opdat een deal met Iran zal voorkomen dat het nucleaire wapens zal verwerven, zo heeft het ook gehandeld om ervoor te zorgen dat Iran geen prijs zal hoeven te betalen voor een onderhandelen te kwader trouw. Het sancties-wetsvoorstel, dat door Obama bedreigd wordt met een veto, zou alleen in werking gaan als Iran er niet in slaagt om een overeenkomst te ondertekenen.
Zo lang er vooruitgang is in de onderhandelingen, zouden er geen sancties worden toegepast.
OBAMA'S BOODSCHAP is duidelijk. Niet alleen zal het diplomatieke beleid dat hij aanhoudt, niet voorkomen dat Iran kernwapens zal ontwikkelen (én het vermogen om de VS te vallen met kernkoppen, gekoppeld aan een ICBM), maar in het geval dat Iran niet akkoord wenst te gaan met zelfs maar cosmetische beperkingen in zijn nucleaire vooruitgang, zal het niet lijden onder de gevolgen van haar weigerachtigheid.
En dit brengt ons terug naar Boehner's uitnodiging voor Netanyahu.
Met Obama's diplomatieke beleid richting Iran, en het eerder mogelijk maken dan het verhinderen dat Iran een kernmogendheid wordt, zijn de leden van het Huis en de Senaat op zoek naar een geloofwaardige, niet aflatende stem, die een alternatief pad biedt. Netanyahu was in de afgelopen 20 jaar reeds de wereldwijde leider die zich het meest uitgesproken heeft over de noodzaak om alle nodige maatregelen te nemen, en zo te voorkomen dat Iran een kernmogendheid zou worden, niet alleen ten voordele van Israël, maar ter bescherming van de hele vrije wereld. Vanuit het perspectief van het leiderschap van het Congres, was het daarop uitnodigen van Netanyahu om te spreken, een logische zet.
Het was echter in de Israëlische context een verbazingwekkende ontwikkeling. In de afgelopen generatie heeft het Israëlische Links aangegeven dat Israëls rol op het wereldtoneel die van een volgeling was.
Als een kleine natie, geïsoleerd, heeft Israël geen andere keuze, zeggen zij, dan anderen te volgen in de leiding van het Westen, en dan met name het Witte Huis, over alle kwesties, zelfs wanneer de Amerikaanse president verkeerd zit. Alle weerstand tegen het beleid van het Witte Huis is gevaarlijk en onverantwoord, zo waarschuwen leiders als Herzog en Tzipi Livni voortdurend.
Boehner's uitnodiging aan Netanyahu laat zien dat de linkse dogma's gevaarlijke nonsens zijn.
De rol van een Israëlische leider is het aannemen van beleid ter bescherming van Israël, zelfs wanneer dit niet populair is bij het Witte Huis. Verre van te worden uitgestoten vanwege deze politiek, zal zulk een Israëlische leider ondersteund en gerespecteerd worden door diegenen die met hem die zorg delen voor iets wat echt belangrijk is en ertoe doet.
Bron: Iran, Obama, Boehner and Netanyahu | FrontPage Magazine