Degenen die beweren Joden te zijn, maar het niet zijn
14 januari 2015 | door Jack Kelley
"Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb" (Openbaring 3:9).
Wie zijn het die de Heer hier beschuldigd van te beweren Joden te zijn, maar het niet zijn? Aangezien Openbaring 2-3 van toepassing is op de gehele kerktijd, kan de Heer hebben verwezen naar meer dan één groep. Op zoek door de geschiedenis heen heb ik verschillende groepen gevonden die aanspraak maken op de beloften van God als zijn verbondsvolk. Sommige ervan kunnen u verrassen.
De Joden
In Romeinen 2:28-29 schreef Paulus: "Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt, maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen, maar uit God"
In Paulus' dagen waren er velen die geboren waren in het Joodse volk, en besneden op de achtste dag van hun leven als een teken van het verbond, maar volgens Paulus waren zij geen echte Joden omdat er geen innerlijke geest was als aanvulling op hun uiterlijke vorm. Het was dit soort Joden dat de Heer eerder had veroordeeld door te zeggen: "De Heere zei: Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij eren met hun lippen, maar hun hart ver van Mij houden, en hun vrees voor Mij slechts een aangeleerd gebod van mensen is" (Jesaja 29:13). Mensen als deze behoorden tot de eersten die de vroege kerk vervolgden. Zij noemden de gelovigen afvalligen, verdreven hen uit Jeruzalem en hebben onvermoeibaar gewerkt om te voorkomen dat de Gemeente zou groeien. Het is gemakkelijk om te zien dat de Heer hen van de synagoge van Satan kon hebben genoemd.
Tussen haakjes, de term "Synagoge van Satan" betekent niet, dat de groepen die ik aan het beschrijven ben, noodzakelijkerwijs aanbidders van Satan zijn. We moeten begrijpen dat er slechts twee kanten aan de kwestie van Israëls lot zitten. Een kant is die van God en de andere is die van Satan. Degenen die niet bewust Gods plan ondersteunen voor het herstel van zijn volk, steunen Satans plan en zijn daarom van de synagoge van Satan in deze kwestie.
Het zwaard van de islam
Sommige moslims zijn van mening dat aangezien Ismael de eerstgeboren zoon van Abraham was, hij de rechtmatige begunstigde van Gods verbond met Abraham is. Dus moet het beloofde land toebehoren aan zijn nakomelingen, en niet Isaak. Anderen zeggen dat zelfs als de erfenis aan Isaak zou behoren, de meeste van de huidige bewoners van Israël afstammelingen zijn van Europese bekeerlingen tot het Judaïsme. Dat maakt hen de zonen van andere volken en niet van Isaak, zonder aanspraak op het land. Of ze nu aan de ene weergave of de andere voldoen, moslims zijn het eens dat aan het einde van de tijd Jezus terugkomt met Mohammed om hem te helpen de wereld te bekeren tot de islam en het land van de eventueel resterende Joden te ontdoen. Ze zeggen zelfs dat de rotsen en de bomen er in betrokken zullen worden, als die zeggen: "O moslim, er is een Jood die zich verbergt achter mij. Kom om hem te doden." Dit zou hen zeer zeker kwalificeren voor het lidmaatschap van de synagoge van Satan.
Vervangingstheologie
In het christendom is een school met gedachten die met de naam "vervangingstheologie" genoemd wordt, ook wel bekend als supersessionisme. Deze visie houdt in dat toen de Joden de Messias gekruisigd hebben, alle beloften die God had gesloten met Israël werden overgedragen aan de Gemeente. Zij beweren daarbij dat het nieuwe verbond het oude heeft vervangen, vandaar de term supersessionism. Dus de Joden zijn niet langer Gods uitverkoren volk, noch heeft hij specifieke toekomstige plannen voor de natie Israël. De bijbelse profetieën betreffende de toekomstige zegen en herstel van Israël naar het beloofde land hebben zijn geallegoriseerd in beloften en zegen voor de kerk.
Elementen van de vervangingstheologie kunnen worden gevonden in de kerkelijke geschriften al heel spoedig in de 2e eeuw, maar het was de 16e eeuw met de opkomst van een gedachtesysteem als de hervormde theologie die het meest verantwoordelijk is voor wat nog steeds een hoofdstroom is in het protestantse geloof vandaag. Dit ondanks het feit dat veel van de vroege hervormers - waaronder John Calvijn (maar niet Maarten Luther) - over de natie van Israël schreven dat deze in één dag zou worden hersteld door de genade van God en een nationale regeneratie zou ervaren. Calvijns positie is vandaag duidelijk in de minderheid onder de hervormde theologen. Sommige geleerden geloven dat Jezus deze mensen insluit (waaronder de voorstanders van de vervangingstheologie) onder degenen die zeggen dat zij de Joden zijn, maar het niet zijn, omdat ze volhouden dat de beloften die God gedaan heeft naar Israël, voor de kerk zijn.
Het bloed van Efraïm
Dan is er de kerk 'De Heiligen van de Laatste Dagen' met haar leden die beweren afstammelingen te zijn van de stam van Efraïm (enkelen omvatten eveneens Manasse) die uit de Babylonische vernietiging ontsnapten door met zeilboten naar Amerika te gaan. Van hen is de tempel van God, zo zeggen ze, en op het land wat ze hebt gekocht in Kirtland (Missouri) zal uiteindelijk het nieuwe Jeruzalem staan. Elke praktiserende Mormoon ontvangt een patriarchale zegen welke zijn of haar afkomst in het huis van Israël openbaart.
Historische Mormonen hebben naar zichzelf verwezen als Israël. En wij, de niet-leden, zijn heidenen. Toen ik in Salt Lake City woonde (Zion genoemd door de Mormonen) en Joodse mannen meebracht naar onze bediening, zoals Gershon Solomon van de "Getrouwen van de Tempelberg" en Rabbi Chaim Richman van het Tempel Instituut - om ons te leren over de komende tempel - genoot ik ervan om hen te shockeren door te zeggen dat ze naar de enige plek in de wereld kwamen waar een jood wordt gezien als een heiden. Officieel beweren de Mormonen Joden te zijn, maar ze zijn het niet.
Dus zijn er hier verschillende groepen die beweren Joden te zijn maar het niet zijn. Wat heeft God hierover te zeggen?
Het woord van God
Het lijkt zo ongeveer dat iedereen deze erfenis claimt, die beloofd is aan Israël. Maar wat zegt God dan? Dat Hij Israël heeft afgewezen vanwege haar ontrouw, om te worden vervangen door de kerk of enige andere groep?
Dit is wat de Heer zegt: "Zo zegt de HEERE: Als de hemel hierboven ooit opgemeten zou kunnen worden en de fundamenten van de aarde beneden onderzocht zouden kunnen worden, dan zou ook Ik heel het nageslacht van Israël verwerpen, om alles wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE" (Jeremia 31:37)
Waarom heeft Israël een toekomstige doel om te dienen in Gods plan, na wat ze gedaan hebben in het verleden?
"Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om u, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent. Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word" (Ezechiël 36:22-23).
Zal de Heer zijn volk terugbrengen naar het land dat Hij hen beloofde?
"Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Mijn volk Israël. Zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, zij zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, zij zullen tuinen aanleggen en de vrucht ervan eten. Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HEERE, uw God" (Amos 9:14-15).
Deze her-verzameling is eigenlijk begonnen aan het begin van de 20e eeuw en werd officieel gemaakt in 1948. Op één dag, spoedig, zal de Heer zichzelf openbaren aan Israël door het vernietigen van een enorme moslimmacht die gericht is tegen hen. Vervolgens zal hij de her-verzameling voltooien, en niet één achterlaten (Ezechiël 39:22). Hij zal een bescherming zijn voor degenen die van Hem zijn, door de eindtijdoordelen heen (Jer. 30:11), en hun ogen eindelijk openen zodat ze erkennen zullen dat Jezus hun Messias is (Zacharia 12:10), vóór de tweede komst.
Zal Israël eens te meer Gods favoriete natie zijn op aarde?
Dit is wat de soevereine Heer zegt: "Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Mijn hand opheffen naar de heidenvolken, naar de volken zal Ik Mijn banier omhoogsteken. Dan zullen zij uw zonen brengen in de armen, en uw dochters zullen gedragen worden op de schouder. En koningen zullen uw verzorgers zijn en hun vorstinnen uw voedsters. Zij zullen zich voor u neerbuigen met het gezicht ter aarde en zij zullen het stof van uw voeten likken. U zult weten dat Ik de HEERE ben: zij zullen niet beschaamd worden die Mij verwachten" (Jesaja 49:22-23).
Welke rol zullen de rotsen en de bomen echt hierin spelen? Sprekende tot Israël zei God:
"Want in blijdschap zult u uittrekken en met vrede voortgeleid worden. De bergen en de heuvels zullen voor uw ogen uitbreken in gejuich en alle bomen van het veld zullen in de handen klappen" (Jesaja 55:12).
We zien dus nogmaals het contrast tussen de menselijke weergave en Gods weergave.
"Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten" (Jesaja 55:8-9)
Denk erover na. Hoe kunnen we geloven dat God al zijn beloften aan ons zal houden, terwijl wij op hetzelfde moment geloven dat hij al zijn beloften brak aan Israël? Natuurlijk hebben ze zijn loyaliteit niet verdiend, maar nogmaals, wat doet ons denken dat wij het wel hebben verdiend?
"God is geen man, dat Hij liegen zou, of een mensenkind, dat Hij ergens berouw over hebben zou. Zou Híj iets zeggen en het dan niet doen? Zou Híj spreken en het niet gestand doen" (Numeri 23:19).
Het antwoord op die vraag is uiteraard NEE, en dat is een goede zaak, omdat we onze eeuwige bestemming baseren op zijn betrouwbaarheid. Kijken naar Hem in het uitvoeren van zijn beloften aan Israël, moet ons groot gevoel van welbehagen geven, omdat tegen de tijd dat we zeker weten dat Hij zijn beloften aan ons gaat volbrengen, het te laat voor ons is om daaraan iets te doen.
Bron: Those Who Claim To Be Jews, But Are Not - Gracethrufaith