De Eindtijd volgens Daniël ... 3e deel, hoofdstuk 10-12
30 november 2013 | Een Bijbelstudie door Jack Kelley
Deel 1 van de serie
Deel 2 van de serie
In hoofdstuk 10 vertelt Daniël over een openbaring die hij ontving in het derde jaar van de regering van koning Cyrus van Perzië. Vergeet niet dat Cyrus met de verovering van Babylon een profetie vervulde die God had gegeven aan Jesaja, meer dan 100 jaar eerder (Jesaja 44:24-45:7). Daniël’s visioen betreft een grote oorlog die kwam. Het zou nog meer dan 200 jaar duren, en daarna bijna 200 jaar duren als de Seleuciden tegen de Ptolemaeën opkwamen. Uit onze vorige studie hebben we geleerd dat Seleucus en Ptolemaeus twee van de vier generaals waren, die de macht hadden en na de dood van Alexander de Grote het Griekse Rijk onderling verdeelden. Seleucus nam delen van wat nu Turkije, Syrië, Libanon zijn, en later Iran en Irak, terwijl Ptolemaeus Egypte, Israël en Jordanië kreeg.
Dit visioen verontrustte Daniël omdat hij kon zien dat Israëël zou worden betrokken in de aan de gang zijnde slag tussen hen. De Seleuciden zouden zich bevinden aan Israëls noordgrens, en Ptolemaeën zouden zich in het zuiden bevinden. De enige manier voor beide tot een confrontatie met de ander zou zijn dat hun legers door Israël moeten marcheren. Dus begon hij met een beperkt vasten en begon bidden om het te begrijpen.
Drie weken later bezocht een engel hem en verstrekte een meer gedetailleerde uitleg van de openbaring. Deze details zijn opgenomen in de hoofdstukken 11 en 12. En historici hebben genoeg informatie om 135 historisch vervulde profetieën te documenteren in de eerste 35 verzen van hoofdstuk 11. Deze ongeëvenaarde weergave van voorspellende profetie heeft ertoe geleid dat het boek Daniël zorgvuldig werd gecontroleerd door degenen die hopen enige gebreken te vinden in de profetieën; of aanwijzingen dat hun bewering zou rechtvaardigen dat Daniël eigenlijk een boek van de geschiedenis is, geschreven door iemand anders, na de gebeurtenissen, en die het later beschrijft als het al heeft plaatsgevonden, en dus geen profetie. Maar het enige resultaat van deze inspectie is geweest dat Daniel nu wordt beschouwd als het meest grondig gevalideerde boek van de hele Bijbel. Wij zullende de verklaring van de engel oppakken aan het begin van het tijdperk van de koningen van het Zuiden en het Noorden.
Daniel 11
De koningen van het Zuiden en het Noorden
“Nu zal ik u dan de waarheid bekendmaken. Zie, er zullen nog drie koningen in Perzië aan de macht komen, en de vierde zal grotere rijkdom verwerven dan alle anderen. Als hij sterk geworden is door zijn rijkdom, zal hij allen opzetten tegen het koninkrijk Griekenland. Daarna zal er een machtige koning aan de macht komen, die met grote heerschappij zal heersen en zal handelen naar eigen goeddunken. Zodra hij echter aan de macht komt, zal zijn koninkrijk verbroken worden en opgedeeld worden naar de vier windstreken van de hemel, maar niet voor zijn nakomelingen en niet overeenkomstig de heerschappij waarmee hij had geheerst, want zijn koninkrijk zal uiteengerukt worden en zal zijn voor anderen dan voor hen. ” (Daniel 11:2-4)
De drie die Cyrus als koning van Perzië opvolgen waren Cambyses (530-522 v.Chr.), Pseudo-Smerdis (522 v.Chr.) en Darius 1 (522-486 v.Chr.). De vierde was Xerxes 1 (486-465 v.Chr.), die ervoor koos om de jonge Joodse vrouw Esther tot zijn koningin te maken. Haar verhaal wordt verteld in het boek van Esther.
130 jaar na Xerxes versloeg Alexander de Grote de Perzische koning Darius III in de slag van Guagamela, in een effectieve verovering van het Perzische Rijk. Toen Alexander een paar jaar later stierf, namen zijn vier commandant generaals het over en de beschrijving van de engel zal nu worden gericht op de nakomelingen van twee van hen. Die uit de familie van Seleucius welke "Koning van het noorden" zou worden genoemd, en die van Ptolemaeus als zijnde "Koning van het zuiden."
Omdat deze posities kunnen worden gecontroleerd in het historische verslag, en omdat de focus van deze studie op Daniël's eindtijd profetieën is, voeg ik alleen de namen van de centrale personages in en de datums van hun regering in de voorkomende gevallen, en een noot of twee als we ze langslopen. Dit geeft ons een hint over de ongelooflijke nauwkeurigheid van de profetieën in Daniel 11, en we bereiden ons voor op de verschuiving van wat nu geschiedenis is naar de eindtijdprofetie die in vers 36 begint. Alle jaartallen zijn natuurlijk voor Chr.
“Dan zal koning van het Zuiden (Ptolemaeus I Soter, 323-285) sterk worden, maar een van zijn vorsten (Seleucus I Nicator, 311-280) zal sterker worden dan hij en heersen. Zijn heerschappij (Babylon) zal een grote heerschappij zijn. Na verloop van jaren zullen ze een verbintenis met elkaar aangaan. De dochter van de koning van het Zuiden (Berenice, dochter van Ptolemaeus II Philadelphus, 285-246) zal naar de koning (Antiochus II Theos, 261-246) van het Noorden komen om een verbond aan te gaan. Zij zal echter geen kracht in haar arm meer over hebben, en ook hij zal niet standhouden, evenmin zijn arm. Zíj zal overgeleverd worden, evenals zij die haar gebracht hebben, hij die haar verwekt heeft en hij die haar in die tijden versterkt heeft.” (Antiochus verliet zijn vrouw Laodice voor Berenice, maar Laodice heeft samengespannen, zodat Antiochus, Berenice en haar vader Ptolemaeus II werden gedood. De stad Laodicea in Openbaring 3 is naar haar genoemd.) (Daniël 11:5-6)
“Maar uit de loot van haar wortels zal er iemand in zijn plaats aan de macht komen.(Berenice haar broer Ptolemaeus III Euergetes, 246-221. Hij doodde Laodice om zijn zus en vader te wreken.) Hij zal met het leger komen en de vesting van de koning van het Noorden (Seleucus II Callinicus, 246-226) binnentrekken, tegen hen optreden en hen onderwerpen. Ook zal hij hun goden met hun godenbeelden en met hun kostbare voorwerpen van zilver en goud als buit naar Egypte brengen, en zelf zal hij enige jaren standhouden tegen de koning van het Noorden. Zo zal de koning van het Zuiden in het koninkrijk komen en hij zal weer naar zijn eigen land terugkeren. Dan zullen zijn zonen (Seleucus III Ceranus, 226-223 en Antiochus III, genoemd de geweldige, 223-187) zich in de strijd mengen en een menigte grote legers verzamelen. Een van hen zal snel komen, het land overspoelen, doorkruisen en terugkomen, zich in de strijd mengen en tot zijn vesting doordringen.” (Daniel 11:7-10)
“De koning van het zuiden (Ptolemaeus IV Philopator, 221-203) zal verbitterd worden. Hij zal uittrekken en tegen hem, de koning van het noorden (Antiochus de Grote),oorlog voeren. Ook die zal een grote menigte op de been brengen, maar die menigte zal in zijn hand worden gegeven. Wanneer die menigte zal zijn weggevaagd, zal zijn hart zich verheffen. Tienduizenden zal hij neervellen, maar toch zal hij zich niet kunnen versterken, (de slag van Raffia in 217) (10.000 volgens de historicus Polybius), want de koning van het Noorden (nog steeds Antiochus) zal terugkomen; hij zal een menigte op de been brengen, groter dan de eerste, en na verloop van tijd, na enkele jaren, zal hij snel met een groot leger en met een grote uitrusting komen.” (Daniel 11:11-13)
“In die tijden zullen velen opstaan tegen de koning van het Zuiden(Ptolemaeus V Epiphanes, 203-181). En de gewelddadigen uit uw volk (Joden) zullen verheven worden om het visioen te bevestigen, maar zij zullen struikelen. (Ptolemaeus' generaal Skopas verpletterde de opstand in 200) Dan zal de koning van het noorden(nog steeds Antiochus de Grote) komen en hij zal een belegeringsdam opwerpen en versterkte steden innemen. De krachtige armen van het zuiden zullen geen stand houden, ook zijn keurtroepen niet. Ja, er zal geen kracht zijn om stand te houden. Hij die tegen hem optrekt, zal handelen naar eigen goeddunken. Niemand zal tegen hem standhouden. Hij zal ook standhouden in het sieraadland en er zal vernietiging in zijn hand zijn. Hij zal zijn zinnen erop zetten om met de kracht van heel zijn koninkrijk te komen, en billijke voorwaarden met zich meebrengen en die ten uitvoer brengen. Hij zal hem een dochter (Cleopatra is gehuwd met Ptolemaeus V in 194) uit de vrouwen geven om het koninkrijk te gronde te richten, maar zij zal niet standhouden, en zij zal voor hem niet zijn. (Niet te verwarren deze Cleopatra met de latere Cleopatra II, verbonden aan Julius Caesar en Marcus Anthonius). Dan zal hij zijn zinnen zetten op de kustlanden en (samen met de beroemde Carthaagse generaal Hannibal) zal hij er vele veroveren. Een leider (de Romeinse Consul Lucius Cornelius Scipio Asiaticus, met wie Cleopatra en Ptolemaeus zich verbonden) zal echter een einde maken aan zijn smaad tegen hem, zonder dat hij zijn smaad aan hem kan vergelden. Ten slotte zal hij zijn blik slaan op de vestingen van zijn eigen land, maar hij zal struikelen en ten val komen, en niet meer gevonden worden. (Antiochus de Grote stierf in de slag in 187).” (Daniël 11:14-19)
“In zijn plaats zal iemand opstaan (Seleucus IV Philopator) die een belastinginner het land laat doorkruisen, (Heliodorus) in koninklijke heerlijkheid. Na enige dagen echter zal hij gebroken worden, maar niet door toorn en niet door oorlog.” (Heliodorus pleegde een staatsgreep tegen hem)
“In zijn plaats zal er een verachtelijk man opstaan. (Antiochus IV Epiphanes, 175-164). Men zal hem de koninklijke waardigheid niet geven. (Antiochus Epiphanes pleegde een paleis opstand tegen zijn jonge neef, de rechtmatige erfgenaam van Demetrius I). Maar hij zal komen (naar Israël) in zorgeloze rust en het koningschap zal hij grijpen door vleierijen. De krachtige armen van de overstroming zullen vóór hem weggespoeld worden en ze zullen gebroken worden, ook de vorst van het verbond. (Onias III, Israël's laatste legitieme hogepriester, die werd vermoord in 170). Want zodra men een verbintenis met hem is aangegaan, zal hij bedrog plegen. Hij zal oprukken en met weinig volk machtig worden. In zorgeloze rust zal hij ook in de vruchtbaarste streken van het gewest komen en hij zal doen wat zijn vaderen of voorvaderen niet hebben gedaan: roof, buit en bezittingen zal hij onder hen uitstrooien. En tegen vestingen zal hij zijn plannen beramen - maar slechts voor een tijd.” (Daniël 11:20-24) Antiochus veroverde Israël, en voor een tijd ook Egypte.
“Ook zal hij zijn kracht en zijn hart opwekken tegen de koning van het Zuiden, (Ptolemaeus VI). De koning van het Zuiden zal zich dan in de strijd mengen met een uitermate groot en machtig leger. Hij zal echter geen stand kunnen houden, want men zal plannen tegen hem bedenken. Zij die van zijn gerechten eten, (Ptolemaeus familie) zullen hem breken. Zíjn leger zal wegspoelen en er zullen er velen dodelijk gewond vallen. Het hart van deze twee koningen (Antiochus en Ptolemaeus) zal erop gericht zijn om kwaad te doen, en aan één tafel zullen zij leugens spreken. Maar het zal niet gelukken, want het einde wacht nog tot de vastgestelde tijd. En de koning van het Noorden zal terugkeren naar zijn land, met grote bezittingen, en zijn hart zal tegen het heilige verbond zijn. Hij zal zijn wil ten uitvoer brengen en terugkeren naar zijn land.” (Op zijn weg terug naar Syrië heeft Antiochus Epiphanes de tempel in Jeruzalem geplunderd en doodde vele priesters) (Daniël 11:25-28)
“Op de vastgestelde tijd zal hij terugkeren en tegen het Zuiden oprukken, maar het zal niet zijn zoals de eerste of zoals de laatste keer. Er zullen schepen van de Kittiërs (Rome) tegen hem komen en hij zal terugschrikken. Hij zal terugkeren en toornen tegen het heilige verbond en hij zal zijn eigen wil ten uitvoer brengen. Hij zal, terwijl hij terugkeert, op hen letten die het heilig verbond verlaten.” (Daniel 11:29-30)
(Toen Antiochus in Egypte aan de oever van de Middellandse Zee stond, trok de Romeinse Commandant Popilius Laenas een cirkel om hem heen in het zand, en vertelde hem dat als hij uit de cirkel stapte om een andere reden dan de overgave en naar huis te gaan, hij gedood zou worden. Vernederd en woedend haalde hij zijn gram op de Joden, wat uitmondde in de Makkabeese opstand. Deze opstand duurde feitelijk van 168-160, maar de mensen zijn het meest vertrouwd met de periode van 168-165 toen de tempel werd leeggehaald in de geschiedenis als het duidelijkste voorbeeld van de grote verdrukking. De reiniging van de tempel wordt gevierd met het feest van Chanukkah dat in 2013 begon op 28 november.)
“ Dan zullen er uit hem krachtige armen voortkomen. Die zullen het heiligdom en de vesting ontheiligen en het steeds terugkerende offer wegnemen en de verwoestende gruwel opstellen.(168). En hen die goddeloos handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen door vleierijen. Het volk echter, zij die hun God kennen, zullen zij grijpen, en zij zullen hun wil ten uitvoer brengen.” (The chassidim bleven trouw aan God, welke de voorouders waren van de hedendaagse Chassidische joden. Ze zijn wereldwijd bekend om hun handel in diamanten) (Daniël 11:31-32).
“ De verstandigen onder het volk zullen velen onderwijzen. Zij zullen struikelen door zwaard en vlam, door gevangenschap en beroving - dagen lang. (De Maccabeën versloegen Antiochus, de tempel werd gereinigd en met de herstelde joodse autonomie, het opzetten van de Hasmoneese dynastie die Israël regeerde gedurende ongeveer 100 jaar, totdat de Romeinen kwamen.) Van de verstandigen zullen er struikelen, om hen te louteren, te reinigen en zuiver wit te maken, tot de tijd van het einde, want het wacht nog tot de vastgestelde tijd.” (Daniël 11:33-35)
De koning die zich verheft
“Die koning zal handelen naar eigen goeddunken. Hij zal zich verheffen en zich groot maken boven elke god. Hij zal tegen de God der goden wonderlijke dingen spreken. Hij zal voorspoedig zijn tot de gramschap voltrokken is. Want wat vast besloten is, zal gebeuren. En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, en ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken. En hij zal de god van de vestingen in zijn standplaats eren. Hij zal namelijk de god die zijn vaderen niet gekend hebben, eren met goud, met zilver, met edelgesteente en met kostbaarheden. Hij zal versterkte vestingen maken samen met een vreemde god. Voor hen die hij zal kennen, zal hij de eer laten toenemen en hen laten heersen over velen en hij zal het land uitdelen als beloning.” (Daniël 11:36-39)
Met vers 36 zijn we uit de geschiedenis verschoven naar toekomstige profetie en zijn aangekomen in het midden van Daniel's 70e Week, aan het begin van de Grote Verdrukking. We bespreken nu de man van wie Antiochus Epiphanes ons duidelijkste rolmodel is, de anti-Christ, genaamd "de koning". Merk op de gelijkenis tussen deze passage en 2 Thes. 2:4, de tegenstander, die zich verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.
De anti-Christ zal verschijnen als overwinnaar gedurende het grootste deel van de tijd dat hij aan de macht is, want God heeft besloten dat Daniël's 70e week zich zal afspelen. Hij zal God de vader helemaal niet vrezen, maar in plaats daarvan het plan opvatten om Hem te vervangen. Noch zal hij de Zoon vrezen. Het was de droom van iedere Joodse vrouw om de moeder van de Messias te worden, zodat de zin "het verlangen van de vrouwen" naar Jezus verwijst. En zoals Paulus schreef, zal hij zichzelf plaatsen boven alles wat God heet. Hij zal een vreemde god eren, een god van de forten, met veel zilver en goud.
Aangezien hij zichzelf boven alles plaatst wat god genoemd wordt en zichzelf verkondigt als God, denk ik dat deze god van forten dat zal worden vanwege zijn militaire macht, gekocht met grote kosten en voldoende om zelfs de meest hardnekkige weerstand te overweldigen. Op hetzelfde moment zal hij hen die loyaal aan hem zijn, belonen met grote rijkdom, macht en land. Dit is de ultieme [belonen met de] wortel en [straffen met de] stok strategie.
“Dan zal in de tijd van het einde de koning van het zuiden hem met de horens stoten. En de koning van het noorden zal op hem aanstormen met wagens en met ruiters en met vele schepen. Hij zal de landen binnentrekken, ze overspoelen en erdoorheen trekken. Hij zal het sieraadland binnentrekken, en vele landen zullen struikelen. Maar deze zijn het die aan zijn hand zullen ontkomen: Edom, Moab en de voornaamsten van de zonen van Ammon. Hij zal zijn hand tegen de landen uitstrekken. Ook voor het land Egypte is er geen ontkomen aan. Hij zal heersen over de verborgen schatten van goud en zilver en al de kostbaarheden van Egypte. De Libiërs en de Cusjieten zullen in zijn voetstappen treden. Maar de geruchten uit het oosten en uit het noorden zullen hem schrik aanjagen. Daarom zal hij in grote grimmigheid uittrekken om velen weg te vagen en met de ban te slaan. En hij zal de tenten van zijn paleis tussen de zeeën opzetten, bij de berg van het heilig sieraad. Dan zal hij tot zijn einde komen, en geen helper hebben.” (Daniel 11:40-45)
Hoewel Antiochus Epiphanes, die zijn model is, een koning uit het noorden was, is de anti-Christ dit niet. We weten dit omdat zowel de koningen van het zuiden als uit het noorden beide hier tegen hem opkomen. Sommigen zeggen dat we dan een nieuwe koning van het noorden moeten vinden voor deze passage en stellen Rusland voor, maar ik denk dat het model ook stevig genoeg is in de eerdere verzen om een verandering te rechtvaardigen zonder voorafgaande kennisgeving. Nee, ik geloof dat de eindtijd-overblijfselen van de Seleucidische en het Ptolemaeïsche rijken opnieuw proberen hun historische overheersing te willen vestigen over het Midden-Oosten. Dit zal waarschijnlijk komen in de vorm van niet-Arabische moslims, de koning van het Noorden, vechtend met Arabische moslims, de koning van het Zuiden, om de controle over de islamitische wereld. De anti-Christ zal ze allebei verslaan en zijn hoofdkwartier naar Israël verplaatsen en van daaruit de controle over een wereld uitoefenen, waarbij alleen een gebied als de Jordaanse woestijn genoemd Petra (aka Bosrah in Jesaja 63) lijkt uit te worden uitgesloten, waar het trouwe overblijfsel van Israël wacht op de terugkeer van de rechtmatige koning van aarde. (Openbaring 12:14)
Maar als vervolgens de coalitie van de overwinnaars in de onlangs gevochten oorlogen ten oosten van de Eufraat, ruiken dat zijn controle nog niet absoluut is, beginnen zij met hun mars naar Armageddon met de intentie het Midden-Oosten te veroveren en al haar rijkdom voor zichzelf te nemen. Zelfs de duivel zelf kan mensen niet tegenhouden met handelen in hebzucht. En als de anti-Christ dit enorme leger vanuit het Oosten en Noorden ziet komen, hij gaat hen woedend tegemoet.
Degenen onder u die onze studie van Openbaring gevolgd hebben, zullen zich herinneren dat we in Openbaring 9 een grote oorlog hebben gezien tussen de machten van het Verre Oosten voor de dominantie over de regio. Vervolgens in Openbaring 16 is de Eufraatrivier opgedroogd om zo toe te staan dat de overwinnaars in deze oorlog zich opmaken om over te steken naar het Midden-Oosten, met de bedoeling het te veroveren. Dit is het veslag van het Oosten en Noorden dat Daniel beschrijft. Vergeet niet dat de koning van het Noorden zojuist is verslagen; dus verslagen over troepenverkeer vanuit het noorden moet iemand anders zijn. Misschien is dit het Chinees-Russische Bondgenootschap waarvoor de wereld al lang gevreesd heeft.
Daniel 12
De eindtijd
“In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, hij die uw volksgenoten bijstaat. Het zal een benauwde tijd zijn, zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd. In die tijd zal uw volk ontkomen: ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek. En velen van hen die slapen in het stof van de aarde, zullen ontwaken, sommigen tot eeuwig leven, anderen tot smaad, tot eeuwig afgrijzen. De verstandigen zullen blinken als de glans van het hemelgewelf, en zij die er velen rechtvaardigen, als de sterren, voor eeuwig en altijd. Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen.”(Daniël 12:1-4)
Vanuit Matt. 24:21, waar dezelfde formulering wordt weergegeven, kunnen we bevestigen dat dit de Grote Verdrukking is. Tijdens deze tijd zal van het volk van Daniël, het gelovige overblijfsel van Israël, worden beschermd in de Jordaanse woestijn, in afwachting van hun bevrijding door de Messias. Op het moment dat de Messias terugkomt om hen te redden en zijn Koninkrijk in te stellen, zullen de gelovigen van Israëls verleden worden opgewekt om de belofte te ontvangen van toen ze stierven maar geloofden dat God op een dag een Verlosser zou sturen om te betalen voor hun zonden, zodat Hij voor altijd met hen zou wonen. 1000 jaar later worden ook de ongelovigen opgewekt, maar tot hun schande en eeuwige minachting, bij het oordeel voor de Grote Witte Troon van Openb. 20:11-15.
“En ik, Daniël, zag, en zie, er stonden twee anderen, de één hier op de oever van de rivier, en de ander aan de overkant op de oever van de rivier. De één zei tegen de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond: Hoelang duurt het nog voordat er een einde komt aan deze wonderlijke dingen?
Toen hoorde ik de Man gekleed in linnen, Die Zich boven het water van de rivier bevond, en Hij hief Zijn rechter- en Zijn linkerhand op naar de hemel en zwoer bij Hem Die eeuwig leeft: Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen.”
(Daniël 12:5-7)De Hebreeuwse zin tijd, tijden en een halve tijd staat voor één jaar, plus twee jaar, plus een half jaar. De Grote Verdrukking zal 3 1/2 jaar duren, de tijd die nodig is om de menselijke trots van het Joodse volk te breken en hun hart te verzachten om de koning te ontvangen, waar men zo lang op heeft gewacht, om Hem te aanvaarden. Volgens Zacharia 12:10, zal dit gebeuren aan het einde van de Grote Verdrukking.
“ Ik echter, ik hoorde het wel, maar ik begreep het niet. En ik zei: Mijn Heere, wat zal het einde hiervan zijn?
Toen zei Hij: Ga heen, Daniël, want deze woorden blijven geheim en verzegeld tot de tijd van het einde. Velen zullen gereinigd, zuiver wit gemaakt en gelouterd worden. De goddelozen echter zullen goddeloos handelen en geen enkele van de goddelozen zal het begrijpen, maar de verstandigen zullen het begrijpen.
Van de tijd af dat het steeds terugkerende offer weggenomen zal worden en de verwoestende gruwel opgesteld zal zijn, zijn het duizend tweehonderdnegentig dagen. Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt.
Maar u, ga heen tot het einde, want u zult rusten, en u zult opstaan in uw bestemming, aan het einde van de dagen.”(Daniël 12:8-13)
In tegenstelling tot Johannes, die werd verteld om niet de woorden te verzegelen die hij heeft geschreven (Openbaring 22:10), hoorde Daniël dat hij alle details ontving die God bereid was om hem op dat moment te geven. De profetie was voor het einde van de tijd. De engel vertelde hem dat geen van de goddelozen dat ooit zou begrijpen, maar op een dag zouden degenen die verstandig zijn het begrijpen.
Toen gaf hij twee getallen, waarvan ik bezorgd ben, dat zelfs de wijzen nog steeds geen duidelijk begrip over hebben. Ik heb tientallen interpretaties gelezen voor de 1290 en de 1335 dagen, en niemand is overtuigend, ten minste voor mij. Sommigen van hen gebruiken willekeurig het 'jaar voor een dag concept', anderen voegen de 1290 en de 1335 samen, en nog weer anderen voegen de Hebreeuwse 13e maand in om het verschil uit te leggen tussen de duur van de duidelijke 1260 dagen van de Grote Verdrukking en het getal van 1290 hier gegeven. De meest openhartigen hebben toegeven, dat ze zich overgeven aan pure speculatie.
Persoonlijk denk ik dat deze twee getallen zijn net als de 7 donderslagen van Openb. 10 en het 666 van Openbaring 13. God heeft hun ware betekenis niet aan de mens niet onthuld, misschien omdat dit teveel over de eindtijd zou onthullen en de vijand vroegtijdig zou waarschuwen. Maar merk op dat ze werden gegeven aan Daniël, nadat hem werd verteld dat de wijzen op een dag deze profetie zouden begrijpen. Voor mij lijkt het alsof de belofte van de engel niet over de 1290 en 1335 dagen gaat.
Maar ik kan speculeren met het besten van hen, dus hier ga ik. Als ik verkeerd zit en de betekenis van deze twee getallen is niet een van de resterende geheimen van de Heer, dan is de verklaring wellicht zo eenvoudig dat we eraan voorbij zien. Bijvoorbeeld, meerdere keren is ons verteld dat er 1260 dagen zullen zijn van de gruwel van verwoesting aan het einde van de Grote Verdrukking. Onmiddellijk daarna zien degenen die het hebben overleefd de zon en de maan donker worden en de sterren vallen. Dan zien ze het teken van de Mensenzoon, en tot slot zal de Heer zelf verschijnen aan de hemel. (Matt. 24:29-30) Het klinkt allemaal vrij duidelijk.
Maar dan viermaal in een tijdsspanne van 28 verzen zei Jezus dat zij die op de aarde zijn niet de dag of uur van zijn terugkeer zouden weten. (Matt. 24:36-37, 42-44, 50-51, 25:13)
Als hij verschijnt aan de hemel op Rosj Hasjana, zoals ik geloof, en zijn eerste officiële daad is die van een oordeel, zoals Matt. 25:31 lijkt te zeggen, dan begint misschien dit oordeel op Jom Kipoer, 10 dagen na Rosh Hashanah.
Je kunt je afvragen hoe ik kan geloven dat de Heer zal terugkeren op Rosj Hasjana, wanneer het een joodse feestdag is en de eerste dag van hun nieuwe jaar? Vergeet niet dat de Heer herhaaldelijk heeft gezegd dat niemand de dag of uur van zijn terugkeer zou weten. Zelfs deze heilige dag van de andere naam (de dag die geen mens weet) lost het probleem niet op, omdat de Joden de dag zouden verwachten, en zoeken naar de nieuwe maan die een teken van zijn komst is. Hooguit zouden ze er alleen een paar dagen naast zitten. Dan leg ik er twee andere stukken informatie bij en die bevestigen het voor mij.
De eerste is uit Daniel 7:25. Dat zegt dat de anti-Christ zal proberen om de tijden en de wetten te wijzigen. Voor mij betekent dit dat hij alle verwijzingen naar de heilige dagen zal afschaffen en tevens hun naleving. Dus behalve voor het Joodse overblijfsel dat verborgen is in Petra, zal de wereld niets weten over Rosj Hasjana als de tijd voor de tweede komst nadert.
En de tweede is uit Matt. 24:29 dat zegt dat onmiddellijk na de Grote Verdrukking de zon verduisterd zal worden en de maan zal haar licht niet zal geven. Dat betekent dat zelfs die weinige Joden die nog steeds de heilige dagen nauwkeurig observeren, niet kunnen vertellen wanneer Rosj Hasjana komt, omdat de maan volledig donker zal zijn. Dat betekent dat niemand op aarde de dag en het uur van zijn terugkeer zal weten, zelfs niet of het Rosj Hasjana is.
Dus zou het oordeel 10 dagen later op Jom Kipoer kunnen beginnen. Stel dat 20 dagen vervolgens zijn verbruikt bij het oordelen van Israël (Matt. 19:28) en de heidenvolken (Matt. 25:31-46), en het reinigen van de onteerde tempel om hem geschikt te maken om opnieuw te gebruiken. (Nu weet u dat ik ervan overtuigd ben dat dezelfde tempel die gebruikt werd tijdens Daniels 70e week, zal worden gebruikt in het Millennium. Lees anders mijn studie genaamd "The Coming Temple".) Dit scenario zou het brengen op 1290 dagen vanaf de Gruwel van Verwoesting tot aan het nieuwe inwijding van de gereinigde tempel, wat consequent is met de weergave die sommigen geven dat de periode van 1290 dagen betrekking heeft op de verwoesting van de tempel, en niet op de terugkeer van de Heer.
Maar dan komen de extra 45 dagen voor een totaal van 1335. Ik stel voor dat dit de tijd is die wellicht noodzakelijk is om het Koninkrijk op te richten. Er is veel dat gedaan moet worden, zoals de kroning van de Prins van Israël, het priesterschap van de familie van Zadok te organiseren en hen hun nieuwe taken te leren, met name wat betreft de nieuwe cyclus van de heilige dagen (Ezechiël 44-46), de positionering van het nieuwe Jeruzalem in zijn baan om de aarde (Openbaring 21:2), de toewijzing aan de stammen van hun gebieden in Israël (Ezek, 45 en 48), en het installeren van de regeringen over de naties. Als de dingen zich ontvouwen zoals ik het heb beschreven, en het is een grote 'als', dan zal na 1335 dagen, te rekenen vanaf de Gruwel, het Duizendjarige Koninkrijk officieel worden ingehuldigd.
Degenen die hebben gewacht op die dag en die ook feitelijk bereikt hebben, zullen echt worden gezegend, want zij zijn ooggetuigen van de meest geweldige tijd in de menselijke geschiedenis, en concluderen dat ze zichzelf onder de overwinnaars bevinden, klaar om de ervaring te ondergaan van de vervulling van hun dromen. Het is een viering zoals nog nooit tevoren werd gezien op aarde. Als u zorgvuldig luistert, hoor je bijna de voetstappen van de Messias.
Bron: The End Times According To Daniel ... Part Three, Chapters 10-12 - Gracethrufaith