www.wimjongman.nl

(homepagina)

Pre-Pretribulation Opname: Deel 6

Door Gary Stearman op 15 juli 2011

In deze voortgaande studie hebben we geprobeerd om een chronologische betekenis te geven van de periode direct voorafgaand aan de zeven-jarige Verdrukking, zoals beschreven in de Bijbel. We begonnen met de observatie dat de profeten Joël, Sefanja, Maleachi en anderen, in duidelijke taal erover spreken dat bepaalde belangrijke gebeurtenissen zullen beginnen te gebeuren vóór de verdrukking begint. De omwentelingen in de natuur, welke we doorgaans verbinden met de Verdrukking, zelf.

Maar ze zijn eveneens pretribulationeel. Bijvoorbeeld, zo schrijft Joël over een astronomische cataclysmen van een type dat in het algemeen wordt gezien als onderdeel van de grote verdrukking. Maar hij plaatst het voor die tijd, met het gebruik van de term “dag van de Heer”, die aanvaard wordt in het Oude Testament als de term voor de Verdrukking.

“De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.” (Joël 2:31).

Zefanja gaf een waarschuwing over deze laatste dagen van Israël, en drong er bij hen op aan om zich te onderzoeken vlak voor de vreselijke dagen in de verdrukking. Zonder twijfel, zullen de Joden, die dit lezen degenen zijn die zijn verzameld op hun eigen grondgebied, dus zoals de Israëli’s in de huidige Israël. Hij waarschuwt hen om zich te wijden aan God en die te aanbidden in de ware geest van Gods Woord:

“Onderzoek uzelf nauwkeurig, ja onderzoek uzelf, volk zonder verlangen naar God,
voordat het besluit het licht ziet – een dag gaat als kaf voorbij – voordat over u komt de brandende toorn van de HEERE, voordat over u komt de dag van de toorn van de HEERE.
Zoek de HEERE, alle zachtmoedigen van het land, die Zijn recht uitvoeren. Zoek gerechtigheid, zoek zachtmoedigheid, misschien zult u dan verborgen worden op de dag van de toorn van de HEERE.”
(Zeph. 2:1-3).

De doelgroep van Zefanja is het nationale Israël als volk, in de ervaring van een bepaalde periode in de geschiedenis. Die periode is het waarin we op dit moment het meest geïnteresseerd zijn ... de tijd van vóór de Verdrukking, aan het einde van de Tijd voor de Kerk. Met de gevolgtrekking, dat degenen naar wie hij zich richt met deze waarschuwing leven in een staat van gelukzaligheid, onwetende van het feit dat Gods oordeel op hen zal vallen. Hij dringt er bij hen op aan om zich voor te bereiden op datgene wat binnenkort gaat komen.

Eveneens de profeet Maleachi, wiens schrijven op een juiste wijze is geplaatst aan het einde van het Oude Testament, hij verklaart dat er een manier is om te bepalen of de Grote Verdrukking zeer nabij is. Hij doet dit door de nadrukkelijke verklaring tegen Israël dat zij naar Elia moeten uitkijken vóór de verdrukking:

“Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag.” (Maleachi 4:5).

Een van de centrale waarheden over Israël en de joden in het algemeen is hun krachtige verbinding met God door de Thora en de jaarlijkse cyclus van de zeven feesten die ze naleven. Hun jaarlijkse in achtneming van de cyclus begint met Pesach, die zowel een hervertelling is van het wonder van Exodus maar ook een profetie over het wonder in de laatste dagen dat Israël zal brengen in de voorspelde periode van het Koninkrijk.

Het is algemeen bekend dat een belangrijk element in de viering van dit eerste feest zit, de profetie over Elia. Een plek is er voor hem aan tafel, en tegen het einde van de maaltijd, als de gastheer een beker voor hem inschenkt, dan moet hij verschijnen. Op een gegeven moment worden de kinderen aangespoord om naar de deur te gaan om te zien of hij is aangekomen.

Als Elia zijn beker wordt ingeschonken, spreekt de gastheer de profetische Schriftwoorden uit. Hij zal zoiets zeggen als: “Zalig zijt gij o Heer, onze God, Koning van het heelal, die heeft geschapen de vrucht van de wijnstok. Stort uw toorn uit over de heidenen die u niet kennen. Ze hebben Jacob en zijn land vernield. Laat het vuur van uw toorn hen vernietigen van onder uw hemel.”

Met andere woorden, in de directe context van Elia komst, vraagt de gastheer ​​om het oordeel van de Verdrukking!

De waarheid van het Pascha profetie duidelijk. De komst van Elia markeert een grote keer in de geschiedenis. Voor zijn komst, was er de aanwezigheid van het lichaam van Christus en met de culturele invloed ingebed in de kerktijd is deze de belangrijkste kracht op deze planeet. Elia’s opkomst naar de voorgrond verandert dat geheel. Voordat hij Israël leidt naar het centrum van een historische fase, moet de kerk uit de weg worden genomen.

Een groot aantal profetisch significante gebeurtenissen zijn geprofeteerd die Israël en de wereld overkomen voor de Verdrukking, en per definitie, mag de kerk dan niet aanwezig zijn op het wereldtoneel. Dit leidt tot de onontkoombare conclusie dat de opname allang plaats heeft gevonden vóór de start van de zeven jaren, die in gang zijn gezet door de bevestiging van een verbond tussen de Antichrist en Israël.

We hebben aangetoond dat vele profetieën uit het Oude Testament samensmelten tot een redelijk compleet beeld van een dramatische periode vóór de Verdrukking. Het is de periode van het wederom verzamelen van Israël, die begon in de laatste jaren van de negentiende eeuw en zich uitstrekt tot op het heden. Deze fase van profetische ontwikkeling zal noodzakelijke en een meer en meer dramatisch groei kennen, tot het uiteindelijk het punt bereikt van een open conflict in een reeks van oorlogen en de structurering van een wereldregering. De wereld zal zijn geprofeteerd vorm aannemen. De profetieën van Daniël en Openbaring zullen tot het einde worden uitgespeeld. Lang daarvoor zal de kerk zijn weggenomen uit de wereld.

Oude Testament, Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament spreekt ook boekdelen over dezelfde periode. We denken normaal gesproken er niet aan op deze manier, maar de profetieën uit het Nieuwe Testament zetten de aard van de kerk uiteen in de eindtijd die eigenlijk is gericht op de overgangsperiode waar we nu mee bezig zijn om te onderzoeken.

En verbazingwekkend beeld in de Mozaïsche Tora laat een prachtig beeld zien van de overgang die moet plaatsvinden in het ontvouwen van de laatste dagen in het profetische drama. Een enkel, dramatisch ritueel in het centrum van Israël’s zeven feesten brengt de twee Testamenten samen in een enkele, perfect visueel symbool - de twee broden op het Pinksterfeest.

Strategisch geplaatst tussen de drie lentefeesten (Pascha, ongezuurde broden en eerstelingen) en de drie herfstfeesten (Rosj Hasjana, Yom Kippoer en het Loofhuttenfeest), staat het Pinksterfeest, symbool van het verlossende proces. In het bijzonder, symboliseert deze viering Gods Geest, in de daad van heiliging. Zoals oorspronkelijk waargenomen, is dit feest voorzien van een mooi en betekenisvol ritueel, uitgevoerd door de Hoge Priester:

“ U moet dan vanaf de dag na de sabbat gaan tellen, vanaf de dag dat u de schoof van het beweegoffer gebracht hebt. Zeven volle weken zullen het zijn.
Tot de dag na de zevende sabbat moet u vijftig dagen tellen. Dan moet u de HEERE een nieuw graanoffer aanbieden.
Uit uw woongebieden moet u twee broden meebrengen, bestemd voor een beweegoffer. Ze moeten van twee tiende efa meelbloem zijn, met zuurdeeg gebakken; het zijn de eerstelingen voor de HEERE.”
(Lev. 23:15-17).

Balancerende in het middelpunt van de zeven feesten, vinden we dit mooie symbool dat de beide huizen insluit van verlosten, omhooggehouden en bewogen voor de vergadering van Israël als een teken dat wat God begonnen is, Hij zal voltooien. De broden worden gevormd, rijzen ​​en worden gebakken.

Hoewel Israël zich niet kon voorstellen wat de ware betekenis is in die dagen, spreekt het van twee gescheiden convenanten - Oud en Nieuw - en twee aparte huizen - de jood en de kerk.

Aan de twee verbonden worden apart voldaan. De zonen van Abraham, Isaak en Jacob hebben een andere profetisch lot dan de uitverkorenen van het lichaam van Christus, de kerk.

Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in Romeinen, waar Paulus profeteert van een toekomstige dag als Israël haar geestelijke “volheid zal bereiken:”

“Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en het feit dat zij achteropkomen rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!” (Rom. 11:12).

In hetzelfde hoofdstuk, gaat hij verder met te zeggen:

“ Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.
En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen.”
(Rom. 11:25-27).

Hier, noemt Paulus de term “mysterie” om de gebeurtenissen uit te leggen die zich zullen ontvouwen als de kerktijd ten einde komt. Met de opname, zal de kerk zich voltooien, maar Israël haar toezegging en bestemming zal hiermee zijn begonnen.

Op basis van dit idee, en het onderwerp is van zijn betoog, interpreteren we dit mysterie als zijnde de twee huizen van de verlosten. Dit is precies de boodschap van Pinksteren.

Een subtiele verandering

In de nabije toekomst, zal de overgangsperiode passeren van de niet-Joodse christelijke dominantie naar de joodse dominantie. Het is juist deze huidige tijdzone van verandering die onze aandacht trekt. Wij herinneren ons een vergelijkbare periode in de vroege kerk, tijdens de veertig jaar van het Pinksterfeest tot aan de vernietiging van de Tempel in het jaar 70. Deze fase in de geschiedenis getuigd van de vormende jaren van de kerk, terwijl het rituele offers nog steeds plaats vond in Jeruzalem. Het Jodendom daalde af en het Christendom klom op.

Op dit moment zijn we getuige van een vergelijkbare periode, omdat Israël weer opstijgt in de richting van een periode met oorlog die de radicale hervorming van de wereld zal neerslaan, als het in de verdrukking raakt.

Veranderingen hebben tijd nodig. Opnieuw en opnieuw, leert de geschiedenis ons voordat er een grote veranderingen plaats kan vinden, er honderden kleine details tot uiting moeten komen, totdat alles in gereedheid is voor iets, dat voor de ongeïnformeerde toeschouwer, lijkt te gebeuren als in een oogwenk. Op dit moment, voor hen die de ogen hebben om het te zien, kijken we naar een voortdurende parade van dergelijke details. Binnenkort, wanneer er voldoende van deze zijn gekomen in de voorbereiding, zal Israël klaar zijn. Voor die tijd zal de gemeente zijn opgenomen.

Dispensationalisten geloven dat het tijdperk van de ontheffing van de Mozaïsche wet eindigde op de Pinksterdag. Toen kwam het tijdperk van de kerk, die zal eindigen met de opname. Velen geloven dat het wegnemen ook zal komen op een toekomstige Pinksterdag. Of dit waar is of niet, het zal zeker komen voordat Elia komt, zoals Maleachi ons vertelde, iets dat plaatsvindt vóór de Verdrukking. We herinneren ons zijn woorden:

“Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende dag.”(Maleachi 4:5).

En het is ook een zekerheid dat de opname plaatsvindt vóór of bij het begin van een grote oorlog (Ezechiël 38) en een golf van astronomische storingen (Joël 2). Bovendien, zei Jezus tegen de mannen, die de oprichters zouden worden van de vroege kerk, dat vóór de Verdrukking er geofysische veranderingen zouden komen:

“U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.”
(Matt. 24:6-8).

Deze woorden zijn specifiek gericht op het Israël van de laatste dagen, en wijzen op de omstandigheden die zich zal ontwikkelen net vóór de Verdrukking. In het kader van deze verklaring, onderbreekt Jezus zichzelf, “ maar het is nog niet het einde”, letterlijk betekent dit dat de Verdrukking nog niet gekomen is als deze dingen beginnen te gebeuren.

Op dit moment hebben we al ​​twee wereldoorlogen doorstaan. Nu horen we van de militaire escalatie, landbouw-tekorten, ziekte’s (met inbegrip van biologische oorlogvoering) en het verhogen van de intensiteit aan aardbevingen. De voorrondes zijn al aan de gang. We zitten in de overgang, die zo goed is geïllustreerd in het boek Openbaring.

Philadelphia en Laodicea

De brieven aan de zeven kerken aan het begin van het boek Openbaring culmineren in de twee kerken die diametraal tegenover elkaar staan. Philadelphia is de kerk van de gezonde leer en de broederlijke liefde, Laodicea is de kerk van het humanisme en rijkdom. De kloof tussen hen is breed en diep. Er zijn vele goede redenen om te geloven dat deze grote scheiding in de chronologische tijd valt met de opname.

Veel predikers hebben de woorden gesproken dat op de eerste zondag na de opname men er getuige van zal zijn van de grootste aantallen in kerkbezoek ooit gezien. Iets zal er gebeurd zijn, en een vreemde angst van onpeilbare proportie zal de harten van de mensen aangrijpen. Ze zullen antwoorden willen op de vragen die ze nooit gesteld hebben voordat de kerk was weggenomen. Onder deze vragen, zal de eerste en belangrijkste zijn: “Wat moet ik doen om gered te worden?”

In het algemeen wordt geoordeeld dat de Filadelfia kerk uit Openbaring, hoofdstuk 3, de trouwe kerk is van de laatste dagen, die ruwweg de chronologische tijd symboliseert vanuit de achttiende tot aan de twintigste eeuw. Dit is de kerk die de gezonde leer en de praktijk van de apostelen bevorderde. Het is echter duidelijk, dat het zich ook uitstrekt tot in de eenentwintigste eeuw, sinds de opname nog niet heeft plaatsgevonden. Leden van deze kerkvorm, zijn nog steeds op aarde.

De Heer spreekt van een “open deur,” historisch bevestigd door de opkomst van de wereldmissies tijdens deze periode. Het spreekt ook van degenen die de rol van de Joden overnamen en zeggen dat zij de Joden zijn, in de veronderstelling dat zij het Koninkrijk hadden geërfd dat de Bijbel alleen beloofde en garandeerde aan Israël. Aan deze tak van de kerk, heeft de Heer belooft dat de wereld op een dag de waarheid zou zien en begrijpen die ze zo lang heeft ontdoken. In de volgende passage, staat een van die waarheden, dat de joden en niet de kerk, het Koninkrijk zal beërven:

“En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel van David heeft, Die opent en niemand sluit, en Hij sluit en niemand opent:
Ik ken uw werken. Zie, Ik heb voor uw ogen een geopende deur gegeven en niemand kan die sluiten, want u hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend.
Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge van de satan, van hen die zeggen dat zij Joden zijn en het niet zijn, maar liegen. Zie, Ik zal maken dat zij komen en aan uw voeten aanbidden en erkennen dat Ik u liefheb.”
(Openbaring 3:7-9).

Benadrukt moet worden dat van alle zeven kerken, de Filadelfia kerk de enige is aan wie de Heer de belofte doet, “Ik kom spoedig.” Zonder twijfel, is dit een verwijzing naar Zijn belofte om te komen voor hen en ze mee naar huis te nemen in de opname voor de Dag van de Heer ... vóór de grote verdrukking, Hij noemt deze, “ het uur van de verzoeking.”

“Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.
Zie, Ik kom spoedig. Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen.
Wie overwint, hem zal Ik tot een zuil in de tempel van Mijn God maken, en hij zal daaruit niet meer weggaan. En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God, het nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel, bij Mijn God vandaan, en Mijn nieuwe Naam.
Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. ”
(Openb. 3:10-13).

De Filadelfia kerk is opgevolgd door de kerk van Laodicea, een woord dat ruwweg ongeveer betekend “de mensen hun overwinning.” Dit is de kerk van het humanisme, die haar oorsprong had in de negentiende eeuw met de school van “hogere kritiek.” Haar hart en kern is de filosofische positie dat de mens, niet God, de maat is van alle dingen.

Deze kerk troont op het menselijk potentieel. Het is de kerk van het milieubewustzijn en diversiteit. Het is de kerk die in de richting van de evolutie leunt als de uitleg voor het ontstaan ​​van het leven. Het is de kerk van “sociale rechtvaardigheid,” met de stelling dat gezondheid en welvaart eerlijk moet worden verdeeld door heel de samenleving met menselijke middelen.

Maar bovenal, is het de kerk die is afgeweken van de passionele toewijding aan de leer van de Heilige Schrift. Het is deze ijver voor de goddelijke inspiratie van Gods Woord, dat de vitaliteit van de kerk heeft behouden door de eeuwen heen:

“ En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige Getuige, het begin van Gods schepping:
Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet!
Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.”
(Openb. 3:14-16).

De geleidelijke wegdraaien weg van de gezonde leer is hier gebrandmerkt zijn als zijnde “lauw.” De Heer vergelijkt het met onverteerbaar voedsel of drank, die men met enthousiasme begroet, maar bij het ​​proeven ervan, wordt uitgespuugd. Alleen is het Griekse woord veel sterker dan dat. “Spuwen,” is een vertaling van het Griekse emeo, wat betekent “overgeven” of “braken.” Het suggereert meer dan alleen maar onsmakelijk zijn. In plaats daarvan neigt het naar een geweldige afwijzing. Gekoeld of verwarmd voedsel is niet alleen beter verteerbaar, zijn ze ook hygienischer, met minder verontreiniging.

Dit zou perfect een ongelovige kerk beschrijven, die zijn objectiviteit heeft verloren, in het denken zelf rijk en gezegend te zijn, terwijl het in werkelijkheid naakt en blind is. Beide voorwaarden, tussen haakjes, zijn beide uitdrukkingen de voorwaarden van niet-gered zijn.

Ter voltooiing van de metafoor, worden haar leden gegooid - geslingerd in de grimmige ernst van de Verdrukking. Dit zou hetzelfde zijn als worden verworpen uit het lichaam van Christus. Het lidmaatschap van deze kerk kan op geen enkele wijze worden geïnterpreteerd als het ervaren van een redding.

Om het punt duidelijk te maken: de leden van Laodicea kunnen deelnemen aan wat zij noemen “een kerk,” maar ze zijn niet gered. Hun echte trouw ligt bij het wereld-systeem. Men kan veel kerken aanwijzen die onder deze beschrijving passen.

Tenslotte worden ze naakt en blind genoemd. Naaktheid is het tegenovergestelde van bekleed zijn met een mantel der gerechtigheid, de manier in de Bijbel voor het afbeelden van de rechtvaardiging door het geloof. En blindheid is een veel voorkomende aandoening van het niet in staat zijn om de waarheid van Gods Woord te zien en de behoefte aan verlossing. Deze zijn verdere bewijzen van hun niet gered zijn:

“Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent.
Ik raad u aan dat u van Mij goud koopt, gelouterd door het vuur, opdat u rijk wordt, en witte kleren, opdat u bekleed bent en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt. En zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.
Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.
Wie overwint, zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen heb, en Mij met Mijn Vader op Zijn troon gezet heb.
Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. ”
(Openb. 3:17-22).

Een sterke les is te leren uit deze twee kerken met een Philadelphia, als de kerk die blijft in Gods Woord, welke zal worden aanvaard, terwijl Laodicea wordt afgewezen. Het onderwerp is de opname, de een zal worden aangenomen, terwijl de andere wordt achtergelaten. Deze conclusie heeft niets te maken met een “gedeeltelijke opname” theorie. Laodicea is een blinde kerk, als zodanig is het niet gered. Binnen haar muren, kan het nog wel een haven zijn voor een paar gelovigen. Zeker, ook die zullen worden meegenomen in de opname, maar waar de meerderheid van hun gemeente op aarde achter blijft.

En hoewel het onmogelijk is om dogmatisch te zijn op het volgende punt, lijkt het waarschijnlijk dat de Filadelfia kerk op een gegeven moment naar het Vaderhuis wordt opgenomen, daarbij het achterlaten van de kerk van Laodicea te zien is als een uitbraken in de verdrukking. Dit is een andere suggestie dat de opname plaatsvindt geruime tijd voordat de Antichrist de zeven jaar start.

Zoals velen er al op hebben gewezen, is de volgende gebeurtenis in Openbaring die volgt op de brieven aan de kerken, dat er een deur wordt geopend naar de hemel. Johannes is opgenomen in de hemel, waar hij getuige is van een aantal belangrijke gebeurtenissen die zich ontvouwen vóór de Verdrukking.

Zoals we hebben aangegeven in eerdere studies, Christus, met de aanvaarding van de boekrol afgesloten met zeven zegels, de antichrist dan komt en de vier ruiters allemaal pretribulationeel zijn.

Bron: Pre-Pretribulation Rapture: Part 6 | Prophecy In The News

Printen??? Spaar papier en inkt.