www.wimjongman.nl

(homepagina)

Pre-Pretribulation Opname: Deel 2

Door Gary Stearman op 5 maart 2011

In het septembernummer van 2009, zijn we begonnen in het tijdschrift Prophecy in the News, met een onderzoek in het omgaan met het vraagstuk van de tijdsinterval tussen de opname van de kerk en het begin van de Verdrukking. We zijn begonnen met als startpunt dat de Verdrukking het begint is van de ratificatie van de antichrist in een verbond dat zeven jaar duurt, en niet met de opname van de kerk.

De context van de profetie van Daniël vertelt ons dat dit verbond wordt gemaakt met de leiders van Israël. Blijkbaar geeft het aan Israël het recht op een werkende tempel, met haar schema aan offers, tienden en giften om die te onderhouden. In het midden van die zeven jaren, wordt dat recht abrupt ingetrokken:

“Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.
Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.”
(Daniël 9:27).

Op basis van de profetie van Daniël, evenals tientallen andere profetieën, is de Verdrukking gericht tegen de Joden en Israël. Op het einde, is er een oordeel over de goddelozen, vooruitlopend op de zaak van de rechtvaardigen en brengt het een nationale Israël in een staat van gebrokenheid voort, ter voorbereiding op de wederkomst van Christus.

Voordat de Verdrukking zich kan manifesteren, moeten bepaalde requisite randvoorwaarden aanwezig zijn. Eerst en vooral moet er een nationaal Israël aanwezig zijn in het Heilige Land. Van AD 135 tot 1948, was dit niet het geval. In deze 18 eeuwen, was Israël verspreid over de hele wereld.

In die tijd werden de profetieën die betrekking hebben op de opkomst van Israël onder de volken, in de wacht gezet. Deze periode was ook getuige van het fenomeen dat de institutionele kerk zichzelf de profetische zegeningen toegeëigende die beloofd zijn aan Israël. Al eeuwenlang heeft de heersende kerk geleerd dat zij het duizend jaar Koninkrijk zouden voortbrengen, en Jezus als Koning zouden verwelkomen in de Tweede Komst.

Daarmee de Joodse nationale hoop begraven op een Duizendjarige Koninkrijk samen met de idee van een grote verdrukking. Het was verduisterend, en werd gepresenteerd in een nevel van allegorie of als iets uit het verleden. Staatskerken interpreteerden de profetie op een zodanige wijze, dat de grote verdrukking een gebeurtenis werd uit de eerste eeuw, en waaraan werd voldaan toen de Romeinen Jeruzalem binnenvielen. Natuurlijk is dat onzin. Israël is nu opnieuw een natie, en verlangt naar de hervatting van het aanbidden in de tempel, welke profetie verbindt met de komende antichrist. De vervulling van de profetie komt in de laatste dagen.

Ter voorbereiding op de weg naar de realisatie van profetieën over de antichrist, moet er een functionerende tempeldienst zijn. Zoals Daniël en Openbaring ons vertellen, zullen kwade daden worden verricht op deze heilige plaats. In het Evangelie van Johannes, verwijst Jezus ook naar het boze, welke Israël zal verleiden tot het aanvaarden van hem: “Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen.” (Joh. 5:43).

Jezus sprak deze woorden tegen de heersende autoriteiten van de tempel. Tegen deze mensen, profeteerde Hij over iets in de naam van de antichrist, of zijn geloofsbrieven, wat hen zal overtuigen om in de toekomst van Israël hem te aanvaarden als hun Messias. De apostel Paulus stelt duidelijk dat wanneer de antichrist zichzelf verklaart dat hij een god is, hij gebruik zal maken van de tempel als zijn podium:

“ Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is,
de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.”
(2 Th 2:3,4.).

Daniël’s profetie is perfect in samenspraak met dit beeld, als deze zijn voorzegging geeft dat de antichrist deze proclamatie maakt in het kader van het nationale Israël, als die zichzelf als de hoogste manifestatie en zich tot God uitroept:

“En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, en ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken.” (Dan. 11:37).

Daniël geeft zelfs de geografische locatie aan van de zetel van de antichrist in zijn macht:

“ En hij zal de tenten van zijn paleis tussen de zeeën opzetten, bij de berg van het heilig sieraad. Dan zal hij tot zijn einde komen, en geen helper hebben.”(Dan. 11:45).

Deze locatie is natuurlijk, de Tempelberg en afwisselend de berg Sion of de berg Moria. Vandaag de dag zijn deze sterk betwist door de krachten van de islam, die beweren dat Mohammed ooit daar was. Het moet altijd worden herinnerd dat, hoewel de antichrist een wereldheerser is, zijn machtsbasis in Israël, is net zoals Daniël schrijft.

Imminency

Na dat te hebben vastgesteld, vinden we een principe dat vaak over het hoofd wordt gezien. De kerk leerde over de aanstaande wederkomst van Christus dat die afhangt van de aanwezigheid van Israël in het Land. Zoals we in het eerste deel van deze studie al lieten zien, is deze leer geheel verdwenen tijdens de diaspora van Israëls. Alleen als Israël uit zijn lange slaap in de negentiende eeuw opstaat werd de opname een levendige en levende hoop.

In een merkwaardige draai van de geschiedenis, viel die beweging samen met de opkomst van John Nelson Darby en een kleine gemeente bijeen in Plymouth, Engeland. Zij begonnen een beweging die leidde tot de systematische leer van dispensationalisme. Dit signalerende gebeuren leidde direct tot het Eerste Zionistische Congres in 1897. In het jaar van Darby’s dood in 1882, werd de eerste kleine Joodse nederzetting, Rishon le-Zion (de eerste in Zion) opgericht door een groep van veertien jonge Joden uit de Russische stad Kharkov.

De grote missionaris bewegingen van de negentiende eeuw, de zionistische zaak, de Balfour verklaring en Dispensationele onderwijs viel samen met de terugkeer van Israël. In zekere zin heeft God Israël uitverkoren om de wereldgeschiedenis in de richting van een zeker doel te drijven. Op het einde, zullen in deze wereld-koninkrijken omvergeworpen worden in de Grote Verdrukking wat zich concentreert op het nationale Israël, haar grondgebied en bevolking.

Het lichaam van Christus - de kerk - is beloofd dat deze zich zou bevrijding van deze verschrikkingen die zich zullen ontvouwen tijdens deze catastrofisch periode. Het idee van de “opname van de kerk” is nu volledig ingebakken in vrijwel elke laag van de samenleving. Sommige glimlachen om de schijnbaar naïeve en schilderachtige oorsprong. Intellectuelen hebben er lol over. Sommigen maken het belachelijk als “één groot luchtkasteel.” De institutionele kerk, is nog steeds van mening dat er een postmillenniale of amillennialistische tijdperk komt, hetgeen een grove verkeerde interpretatie van de Bijbelse profetie is.

Maar voor de gelovigen, is het nog steeds de “zalige hoop,” precies zoals het ook was in de dagen van Paulus. Sommigen denken dat het een nieuwe leer is. Het is juist verre van dat - men geloofde het juist sterk in de eerste eeuw, daarna werd het verlaten toen Israël het land verliet. Maar zoals we hebben gezien, werd het weer nieuw leven ingeblazen met de terugkeer van Israël.

Aan het begin van de twintigste eeuw, werd het dispensationalisme veel onderwezen. Het was geformaliseerd voor de man op straat door CI Scofield, met de publicatie van zijn referentie-Bijbel in 1909. In de laatste honderd jaar stond het als een monument voor de leer van het dispensationalisme, het geloof dat God de mens heeft verlost in zeven verschillende periodes van de Schepping tot het Koninkrijk.

In het hart van pretribulationisme staat de leer van imminency op het standpunt dat de Heer op elk moment zou kunnen komen voor Zijn kerk, zonder enige voorafgaand teken of evenement. De leer van imminency is geen nieuwe leer. Zoals we al hebben laten zien, is het gewoon de herleving van de oude, eerste eeuwse apostolische leer. Zonder tegenspraak leert de Schrift duidelijk dat de Dag van de Heer ... de tijd van benauwdheid voor Jakob ... in feite de moeite, voor Jacob is, niet de moeite voor de kerk. Jacob is gewoon een andere naam voor Israël.

Op de juiste wijze geïnterpreteerd, is de verwijdering van het lichaam van Christus van de aarde, op enig moment, voorafgaand aan dit evenement een kristalhelder gegeven. Bovendien, met Israël opnieuw als een natie is er de hoop van de kerk voor een opname, en kreeg dieeen nieuwe vitaliteit en passie. In de afgelopen jaren, vooral sinds de Israëlsche overwinning in de Zesdaagse Oorlog, hebben voorgangers in heel Amerika verklaart, "Jezus komt snel terug!"

Van cruciaal belang is de aanwezigheid van Israël in het Heilige Land als een natie die de basis is voor de overtuiging en passie van de moderne dispensationalisten. Veel Joden in het moderne Israël zijn tot het besef gekomen dat hun meest krachtige bondgenoten in het Westen de Bijbel-gelovige christenen zijn, die een zegen willen zijn voor het bijeen vergaarde Israël. Ze zijn vooral gemotiveerd om dit te doen omwille van hun overtuiging dat het moderne Israël een vervulling is van de bijbelse profetieën.

De verdwijning

Binnenkort zal er een dag aanbreken, wanneer Israël zal komen tot het zich realiseren van een gruwelijke waarheid: Hun trouwste supporters ontbreken op de een of andere manier. Trouwe christenen, die vrienden van Sion zijn, zullen zijn verdwenen! We weten niet hoe het zal worden, maar de Bijbel geeft veel sterke aanwijzingen dat er verstoringen van verschillende soorten zullen optreden met toenemende intensiteit, zoals Jezus zei toen Hij de zin uitsprak: “Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.”(Matt. 24:7).

Er is een profetie in het boekje van Micha dat deze ervaring met emotionele pathos en een gevoel van wanhoop beschrijft. Geschreven vanuit het perspectief van Israël, werd het oorspronkelijk geschreven in het tijdperk van de Assyrische ballingschap in de achtste eeuw vChr. Maar als een metafoor, reikt het tot in de verre toekomst, en de dagen van de benarde toestand van Israël na de wegname van de kerk, maar voor het begin van de Verdrukking.

Het begint met een kreet van ontzetting, en een gevoel dat er iets vreselijk mis is gegaan:

“Wee mij, want het is mij vergaan als na de inzameling van de zomervruchten, als na de nalezing van de wijnoogst: er is geen tros om te eten. Mijn ziel verlangt naar vroege vijgen.
Een goedertieren mens is verdwenen uit het land en een oprechte onder de mensen is er niet. Zij loeren allen op bloed, zij jagen op elkaar met een net.
Om kwaad te doen staan hun handen goed: de vorst eist, de rechter doet uitspraak tegen betaling, wie groot is, beslist naar eigen begeerte en zo verdraaien zij de zaak.
De beste van hen is als een doornstruik, de oprechtste erger dan een doornhaag. De dag van uw wachters is gekomen, de dag van uw vergelding. Nu zal er bij hen ontreddering zijn.
Geloof een vriend niet, vertrouw niet op een huisvriend, bewaak de deuren van uw mond voor haar die in uw schoot ligt.
Want de zoon maakt de vader te schande, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder: iemands vijanden zijn zijn eigen huisgenoten.”
(Micha 7:1-6).

De scène is de zomer oogst, die later Jezus gekenmerkt heeft als symbolisch voor het einde van het tijdperk. In Openbaring, is de oogst van de druiven een symbool voor de grote verdrukking:

“En weer een andere engel kwam bij het altaar vandaan, en die had macht over het vuur. En hij riep met luide stem tegen hem die de scherpe sikkel had, en zei: Zend uw scherpe sikkel en oogst de trossen van de wijnstok van de aarde, want de druiven ervan zijn rijp.” (Openb. 14:18).

Sprekende naar Israël, stelt Micha met ontsteltenis vast dat de “goede mensen zijn verdwenen van de aarde.” Hier, is het Hebreeuwse woord vertaald met "verdwenen" is abad [SV], wat betekent "om te verdwijnen", of meer specifiek, "te verdwijnen. "

Wat een perfecte beschrijving is van de post-opname wereld waarin de "goede mens" - de vrome of rechtvaardig mens - nergens meer te vinden is. Hij is ineens verdwenen! Verstoken van de door de Geest geleide moraal en ethiek, zal dit tijdperk gekenmerkt worden door brute en onmenselijk impulsen.

Inderdaad, dit is precies wat Micha te zeggen heeft over die wereld, waarin zijn tijdgenoten zullen zijn als doornstruiken en doornen. Niemand is meer te vertrouwen. Zelfs een beste vriend of familielid zal waarschijnlijk de mens verkopen uit voordeel. Families zijn intern in oorlog; huizen zijn gevuld met strijd.

Micha geeft een visie van de post-opname wereld die wordt gevolgd door beelden die specifiek tribulationistisch zijn. Met andere woorden: ook hij laat een schema zien van gebeurtenissen die vooraf gaan aan de opkomst van de antichrist, maar dan verschuivende naar de Grote Verdrukking:

“Als in de dagen toen u uit het land Egypte trok, zal Ik het wonderen doen zien.
De heidenvolken zullen het zien en beschaamd worden, ondanks al hun macht. Zij zullen de hand op de mond leggen, hun oren zullen doof worden.
Zij zullen stof likken als de slang; als kruipende dieren van de aarde zullen zij sidderend uit hun burchten komen, naar de HEERE, onze God. Zij zullen angstig zijn en voor U bevreesd zijn.”
(Micha 7:15-17).

De plagen van Egypte, die de naties overvallen en het schouwspel van mannen die onder de aarde leven om de verschrikkingen van de grote verdrukking te ontsnappen zijn volledig beschreven in het boek Openbaring.

Micha laat zien dat de wereld voor de Verdrukking zal worden gekenmerkt door ongebreidelde boosheid, de wereld na de ondertekening van het zeven jaren durende convenant zal kreunen vanwege geofysische, politieke en militaire omwentelingen.

De Noordelijke Invasie

Terugkerend naar de klaagzang van Micha over de staat van de samenleving, waarin hij veel meer doet dan een beeld schilderen van een atheïstische gek geworden wereld. In het Israël van zijn dagen, was het moraal afgenomen en de samenleving was vet en lui geworden in een economie die voorzag in een rijke levensstijl. Met verdriet, merkt hij de daling van de publieke moraal op en waarschuwt voor een komend oordeel ... zowel voor zijn tijdgenoten als voor het Israël van onze dagen.

Misschien is wel zijn meest treffende uitdrukking, “de dag van uw wachters en Uw zorg komt.” Dit spreekt van de dag des oordeels, of de verdrukking, en de visitatie van de volken die komen om de buit van Israël te nemen. Het is onze overtuiging dat de dag van de Heer zich opent in het kielzog van de gecombineerde invasie van de noordelijke legers, waarover wordt gesproken in Ezechiël 38, als “Gog, het land van Magog.”

In zorgvuldig geconstrueerde taal, vertelt Micha’s profetie ons dat het verdwijnen van de rechtvaardigen van de aarde plaats vindt voor deze invasie, die in feite de eerste is van vele veldslagen die worden uitgevochten in de periode van de grote verdrukking.

Israël heeft herhaaldelijk onder aanvallen te lijden gehad van de noordelijke indringer. In de tijd van Micha, was dat Assyrië, de eerste grote invasie vanuit het noorden. Een eeuw later, sprak Jeremia van de komende Babylonische invasie:

“ Hef de banier omhoog naar Sion, breng u in veiligheid, sta niet stil, want Ik ga onheil brengen vanuit het noorden, een grote ramp!” (Jer. 4:6).

Een beetje later, sprekend als een profeet vanuit de Babylonische ballingschap, voorzegde Ezechiël een andere noordelijke invasie, deze, met de bekende geallieerde legers van Gog:

“ U zult uit uw woonplaats komen, uit het uiterste noorden, u en vele volken met u, allen ruiters, een grote menigte en een talrijk leger.”(Ezechiël 38:15).

Een andere voorspelling - ditmaal van Jesaja - verwijst naar een oordeel in de laatste dagen van degenen die hebben geprobeerd zichzelf het Land van Israël toe te eigenen:

“Weeklaag, poort! Schreeuw het uit, stad! Wegsmelten van angst moet u, heel Filistea! Want uit het noorden komt een rookwolk; en in zijn gelederen blijft niemand achter.” (Jes. 14:31).

Het patroon werd al vele malen gezien. Het oude Israël kende een spirituele ineenstorting, en de Assyrische vijand kwam. Later, vervielen de Joden in afgoderij en de Babyloniërs kwamen. In de moderne tijd, zal een verdergaand geestelijk afval en de opname van de kerk leiden tot het laatste oordeel, voorafgegaan door een andere Noordelijke-invasie, deze keer van Gog.

Eerst komt het verdwijnen van de rechtvaardigen, gevolgd door de degeneratie van de samenleving, en tenslotte de noordelijke invasie, net voorafgaande aan de feitelijke zeven jaar van de Verdrukking. Daarna, eindigt Micha met een notitie van hoop. Na de nederlaag, zal Israël uiteindelijke verlossing ervaren:

“Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn heil. Mijn God zal mij horen.
Verblijd u niet over mij, mijn vijandin, want als ik gevallen ben, zal ik weer opstaan, als ik in duisternis zit,”
(Micha 7:7,8).

Zeker, deze woorden zijn van toepassing op het Israël van zijn eigen tijd, de tijd van Micha. Maar ook komen naar voren over de dagen van de Apocalyps en Armageddon:

“Als in de dagen toen u uit het land Egypte trok, zal Ik het wonderen doen zien.
De heidenvolken zullen het zien en beschaamd worden, ondanks al hun macht. Zij zullen de hand op de mond leggen, hun oren zullen doof worden.”
(Micha 7:15,16).

De laatste woorden van deze profetie zijn gericht op de naties van de laatste dagen. Als ze zich verzamelen in het noorden om Jeruzalem te veroveren, dan zullen ze worden geslagen in een onderwerping door een daad van God, bij Christus zijn wederkomst.

“En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd.” (Openb. 16:16).

Paulus zijn visie

Dit is in het Nieuwe Testament, precies de situatie gepresenteerd door Paulus, in zijn tweede brief aan de Tessalonicenzen. Hij spreekt van een remmende kracht die op een dag terzijde zal worden geplaatst. Veel commentatoren zijn overeengekomen dat dit een beeld is van een wereld na de opname van Gods volk, waarin de wereld een radicale verschuiving in waarden zal ondergaan.

In al zijn woede, boosheid, met de wetteloze zelf, wordt alles losgelaten en wat resulteert in een samenleving die geheel uit de hand loopt, net zoals in het plaatje dat is weergegeven door Micha. Het zal een wereld van gecompromitteerde zeden zijn, met het degenereren van de ethiek, het ineenstortten van recht en gerechtigheid. Verraad en intriges zullen heersen en het leven zal heel goedkoop worden.

“En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt.
Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is.
En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst;
hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen,”
(2 Th. 2:6-9).

In zijn Verklarende Woordenboek van Nieuw Testamentische Woorden, WE Vine geeft commentaar op het Griekse woord vertaald met “weerhoudt” in de bovenstaande passage. Het komt uit katecho, wat betekent “vast te houden of naar beneden.” Hij schrijft, "In Vers 6 wordt over wetteloosheid gesproken als zijnde terughoudend in haar ontwikkeling, in vers 7 “de weerhouder” (“de remmende een”, P. 290).

Deze uitdrukking kan van toepassing zijn op een individu, of voor een persoon die een groep leid, met een specifiek resultaat. In het kort, Vine is van mening dat de remmende invloed een persoon is die fungeert als met een sturende invloed op een groep. In dit geval, is het resultaat een behoud en zuivering van de samenleving. Paulus zijn bedoeling is om de invloed te beschrijven van de Heilige Geest en de kerk als de belangrijkste weerhouder van wetteloosheid.

Voor de objectieve hedendaagse waarnemer is het duidelijk dat in de laatste eeuwen, de despoten en revolutionairen van deze wereld hebben gefaald in hun verlangen om een globale regering te bereiken, als gevolg van de verspreiding van het christendom. De Duitsers, Italianen, Japanners, Russen en Chinezen hebben niet hun boze daden begaan als daden van christelijke naastenliefde. In feite deden ze een poging om de diverse fascistische en/of communistische samenlevingen te vormen.

Men kan een er sterke zaak van maken, dat zij juist werden gedwarsboomd in hun verlangens naar deze pogingen, door het wereldwijde christendom in zijn vele vormen en denominaties. De missionaris bewegingen en opwekkingen hadden een christelijke ethos dat de groei van atheïstische en materialistische filosofieën belemmerde, zoals ze tot uitdrukking kwamen in de fascistische en communistische regeringen. De verschillende verzetsbewegingen, hulporganisaties en medische missies over de hele wereld zijn meestal gebaseerd geweest op het christendom.

Men kan alleen maar proberen om zich de verschrikkingen voor te stellen van een wereld zonder het voorbeeld van de liefde door Christus, niet als dode geschiedenis, maar als een levende kracht in de verschillende christelijke charitatieve instellingen die worden bewogen door de Heilige Geest!

De Grote Vraag

Toen Jezus sprak over dit onderwerp, de periode van de Verdrukking, maakte Hij duidelijk dat er veel verstoringen op aarde te zien zouden zijn vóór de komst van de grote verdrukking.

Zijn beroemde eindtijdrede is zonder twijfel, een van de meest besproken van alle profetieën. Daarin beantwoordt Hij een vraag, gesteld aan Hem door de discipelen. Kortom, er is voor hen een vraag over de voltrekking van de profetische gebeurtenissen.

Als we de tijdsinterval tussen de opname en de Verdrukking bespreken, rijkt Zijn dissertatie aan Zijn discipelen ons verschillende criteria aan voor informatie.

Laten we eerst eens zorgvuldig de context analyseren van de vraag die ze aan Hem stellen. Het begint met Zijn vertrek vanaf de Tempelberg:

“En Jezus ging weg en vertrok uit de tempel; en Zijn discipelen kwamen naar Hem toe om Hem op de gebouwen van de tempel te wijzen.
Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ziet u dit alles? Voorwaar, Ik zeg u: hier zal niet één steen op de andere steen gelaten worden die niet afgebroken zal worden.
Toen Hij op de Olijfberg zat, gingen de discipelen naar Hem toe toen zij alleen waren, en zeiden: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld?”
(Matt. 24:1-3).

Op dit belangrijke moment, is Mattheüs voorzichtig bezig in het beschrijven van de scène, voordat de leerlingen hun vraag stellen. In het vorige hoofdstuk, leverde Jezus een gepassioneerde toespraak af tot het volk. Terwijl hij dit doet, staat hij ergens op de Tempelberg, zonder twijfel op een zeer zichtbare plek binnen de muren. Zijn verklaring is als een afscheid met een verklaring aan het nationale Israël.

Daarin levert Hij acht weeën af tot de Farizeeën, die het bestuursorgaan van de natie vormen, zoals Hij zegt, zittende op de stoel van Mozes. Hij presenteert ze als het ultieme voorbeeld van hypocrisie. Ze doen alsof ze rechtvaardig zijn, terwijl ze in feite precies het tegenovergestelde vertegenwoordigen.

Hij besluit om bij hen de cumulatieve verantwoordelijkheid te leggen voor de vele generaties van zonde, namelijk het bloed van de onschuldigen:

“opdat over u al het rechtvaardige bloed zal komen dat vergoten is op de aarde, vanaf het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia, de zoon van Berechja, die u gedood hebt tussen de tempel en het altaar.
Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht. ”
(Matt. 23:35,36).

Na het plaatsen van dit zware oordeel over Israël, treurde Jezus over de catastrofe die stond te gebeuren voor Zijn volk en Jeruzalem zelf. Het was een donkere dag, toen Jezus zijn handen waste over de zondige stad.

"Het Einde ... Nog niet "

Het was in deze context dat de discipelen de vraag aan Hem stelden. Geen twijfel, ze hadden het ter harte genomen toen Hij sprak over zijn vertrek. Ze hadden gehoopt Hem nog aan de macht te zien als Messias en Koning. Nu, had hij die deur feitelijk gesloten. Toch wisten ze nog dat Hij was voorbestemd om te heersen over Zijn volk.

Er is een merkwaardige opmerking over het gedrag van de discipelen nadat Jezus de Tempelberg verliet. In de bovenstaande verzen, zien we dat ze Hem de gebouwen van de tempel wilden laten zien. Wat wilden ze Hem laten zien? Inderdaad, wat zou ze Hem willen laten zien wat Hij al een duizend keer had gezien?

Uit de context, lijkt het erop dat ze Hem op de urgentie willen wijzen op het belang van dit gebouw. Op basis van de pure pracht van alle prachtige gebouwen, moeten zij dit willen zeggen: “Kijk, alles staat op zijn plaats. Kunt U niet nu aan de macht komen?” In het kort, zij zijn aan het bedelen om Hem van gedachten te laten veranderen.

Hij antwoordde door hen te vertellen in niet mis te verstane woorden, dat al die prachtige architectuur (een van de wonderen van de antieke wereld) binnenkort zou worden gereduceerd tot puin. Zij moeten verbijsterd zijn geweest. Ze reageerden als een van ons zou doen. Aangezien het een artikel van hun geloof was dat Hij aan de macht zou komen op een bepaald punt, nu stelden ze de natuurlijke vraag: “Wanneer kom U dan om de macht over te nemen en komt het einde van de huidige wereldorde?”

De discipelen waren zich maar al te bewust dat Rome de controle had, en zou hebben tot de komst van het Messiaanse Koninkrijk. Hij beantwoordde hun vraag over het “einde van de wereld” zo open en eerlijk mogelijk, gezien hun niveau van begrip. Merk op in deze verzen, de woorden “begin” en “einde:”

“En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Pas op dat niemand u misleidt.
Want velen zullen komen onder Mijn Naam en zeggen: Ik ben de Christus; en zij zullen velen misleiden.
U zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen; pas op, word niet verschrikt, want al die dingen moeten gebeuren, maar het is nog niet het einde.
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen hongersnoden zijn en besmettelijke ziekten en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.”
(Matt. 24:4-8).

Ze vroegen hem over het einde. Hij zegt dat het “nog niet” zo ver was In feite, zegt Hij dat vóór de Verdrukking (het einde) komt, zal er een periode komen van wereldwijde oorlogen, honger, ziekte en aardbevingen. Op een sterke wijze, hangt Zijn antwoord sterk samen met de getuigenissen van Joël, Sefanja en Micha, die allen omwentelingen beschrijven voorafgaand aan de zeven jaren van verdrukking.

Dan, als de Verdrukking begint, zegt Jezus, dan is “het einde” in zicht.

“ Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.” (Matt 24:13).

Hier, Jezus gebruikt de woorden “het einde” om de zeven jaar van de Verdrukking te beschrijven. Geïnterpreteerd met andere Schriftdelen, weten we nu dat Hij verwees naar de zeven jaar van grote verdrukking en Zijn wederkomst.

Tot slot, vertelt Hij Zijn discipelen dat het Evangelie van het Koninkrijk de vier hoeken van de aarde zal bereiken ... dan zal “het einde” komen. In tegenstelling tot de discipelen van Jezus op dat moment, hebben wij nu de informatie bij ons in het zevende hoofdstuk van Openbaring. Hierdoor weten we dat twaalfduizend uit elk van Israël’s twaalf stammen het evangelie over de hele wereld zullen verkondigen, net zoals Jezus zei:

“ En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.” (Matt 24:14).

De discipelen hadden Jezus een eenvoudige vraag gesteld over de tijd inzake het einde van de wereld-systeem ... De heidense wereldmacht. Jezus legt het einde der tijden uit in drie delen. De eerste, beschrijft Hij een serie van omwentelingen voorafgaande aan de Verdrukking. Vervolgens de ondertekening van het convenant door de antichrist die de opening initieert van de Verdrukking, waarin vertegenwoordigers van de twaalf stammen het evangelie prediken van het komende Koninkrijk aan de hele wereld. Tot slot is er de gruwel der verwoesting in het middelpunt van de Verdrukking, met het openen van de verschrikkingen in de tweede helft van die zeven jaar afgesloten met Zijn wederkomst.

Tijden der heidenen

In zekere zin, leven we nu in de periode van “voor de verdrukking, en in de achttien eeuwen sinds de joodse diaspora.” In het Evangelie van Lucas, toen Jezus sprak van Zijn wederkomst en hij de omwentelingen van het einde der tijden voorzegde, zei Hij toen dit:

“En zij zullen vallen door de scherpte van het zwaard en in gevangenschap weggevoerd worden onder alle heidenen. En Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn.
En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven.
En het hart van de mensen zal bezwijken van vrees en verwachting van de dingen die de wereld zullen overkomen, want de krachten van de hemelen zullen heftig bewogen worden.
En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.
Wanneer nu deze dingen beginnen te geschieden, kijk dan omhoog en hef uw hoofd op, omdat uw verlossing nabij is.”
(Luk. 21:24-28).

Jezus gaf Zijn discipelen een visie op de geschiedenis die zich centreerde op de vooronderstelling dat de wereld zich tot zijn volle kracht moest los barsten, voor Zijn zichtbare terugkeer naar de aarde.

Natuurlijk, we weten dat de tijden der heidenen zich tot zijn volledige sterkte zal stijgen onder het bewind van de antichrist tijdens de Verdrukking. Maar blijkbaar zal de opkomst van globale overheid gepaard gaan met tekenen aan de hemel die zich ontwikkelen voorafgaand aan de Grote Verdrukking.

Nogmaals, herinneren we aan de woorden van Joël:

“De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende.” (Joël 2:31).

Vanuit het perspectief van de kerk in haar tijd, maakt dit dat de woorden van Jezus tot leven komen. Als we deze woorden letterlijk nemen, kunnen we diverse astronomische instabiliteit verwachten die grote angst in de wereld zal veroorzaken. Nu al is er consternatie onder de astronomen met betrekking tot de veranderingen die ze zien op de zon. In plaats van de gewone reguliere zonnevlekkencyclus, die op mysterieuze wijze verdwenen is, waardoor een hele nieuwe reeks van parameters voor de verwarde zonne-astronomen is ontstaan. Onlangs hebben zij hun bezorgdheid uitgesproken over wat er hierna komt.

Jezus voorspelde ook een ongewone onrust (“de zee en de golven die brullen ”) in de oceanen van de wereld. We hebben ook gezien een groeiende hedendaagse angst voor orkanen, tyfonen en bedrieglijke weersystemen van alle soorten. Aanzienlijk, zijn de een aantallen aan onderzeese aardbevingen die tsunami’s kunnen veroorzaken ... enorme golven die alles op de wal aan de kant vegen en vernietigen op hun pad.

Net zoals Jezus zei, als deze dingen zijn begonnen, op een heel subtiele manier. En ja, dan kijken we uit naar Zijn wederkomst. Voordat al deze rampen hun geprofeteerde wreedheid bereiken, zal de kerk op haar weg zijn naar huis.

In de periode net voor de Verdrukking, zoals de Schrift voorzegt zullen twee voorwaarden blijvende zijn. Israël zal doorgaan in een staat van blindheid. Deze voorwaarde kan leiden tot de opkomst van de heidense wereldmacht die leidt tot de uiteindelijke beslissing.

“Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.” (Rom. 11:25).

De Zondvloed

In zijn antwoord naar de discipelen gebruikte Jezus ook de metafoor van de grote vloed van Noach. Hij zegt dat toen de vloed (de grote verdrukking) plotselinge kwam, zal het komen, zonder waarschuwing en zonder dat er iets aan te verhelpen is.

In de wereld van Noach, was de beschaving bedorven door de gevallen engelen, die verboden kennis gebracht hadden aan de mensheid. Niet alleen dat, ze hadden de menselijke vrouwen tot vrouw genomen, met het produceren van de hybride nakomelingen.

Het resultaat was een verschrikkelijke vernietiging van de beschaving, die uiteindelijk overging in een enorme degeneratie:

“En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.” (Gen. 6:5).

De Bijbel zwijgt over de details van deze periode, maar seculiere geschiedenis doen verslag van een reeks van de oude zonde. Goden, godinnen, halfgoden en idolen in overvloed. Oude mythologie met het voortdurende vertellen en navertellen van verhalen waarin goden (engelen) een goddeloze interactie hadden met mensen. Elk soort van gemeenschappelijk perversie.

Vele fantasierijke verhalen en film scripts hebben geprobeerd het verhaal van Noach en zijn zonen na te vertellen in het bouwen van een reusachtige ark op een land dat nog nooit regen had gekend. Ze zijn altijd afgeschilderd als het voorwerp van spot en hoon.

Eigenlijk, zegt de Schrift helemaal niets over de reactie van Noach zijn buren. Het is alsof ze zich totaal niet bewust waren van wat hij deed. Hij ging gewoon veder met zijn werk, en toen het tijd was, kwamen de dieren aan boord, twee aan twee. Dan kwam de vloed.

De parallellen met de laatste dagen zijn duidelijk. Jezus, sprekend over de Dag des Heren, zegt dat het net is als met Noach zijn buren, de mensen die leven voor de Verdrukking zullen volledig worden overrompeld.

“De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan.
Maar die dag en dat uur is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, maar alleen aan Mijn Vader.
Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.
Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.”
(Matt. 24:35-39).

Ze moesten het weten, maar ze waren blind voor de waarheid. Merk op dat Jezus spreekt over een periode van tijd voordat de Verdrukking begint. Degenen met geestelijke ogen om het te zien, zijn net als Noach en zijn familie, die weten dat de overstroming op komst is. Diegene die is verblind door de gedachte dat deze wereld de maat is van alle dingen, zal aan de kant worden geveegd.

Toen de regen begon, waren Noach en zijn gezin reeds verzegeld in de ark van de Heer. Het punt is, voordat het vonnis kwam, waren zij al effectief verwijderd van het toneel. Dank de Heer, wij hebben een “gezegende hoop!”

Bron: Pre-Pretribulation Rapture: Part 2 | Prophecy In The News

Printen??? Spaar papier en inkt.