Dit is deel 2/2 over het Millennium.
Het Nieuwe Jeruzalem, de geliefde stad is op aarde tijdens het Millennium.
Ik wil duidelijk maken dat het Hemelse Jeruzalem en het Aardse Jeruzalem in het Millennium een en dezelfde zijn.
Psalm 48:2-3: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning!
God is daadwerkelijk daar op die plaats volgens Hebreeën 12:22; Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.
Dus de berg Sion is dezelfde als de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem met hetzelfde motief, wat we hebben in deze passages, het zijn eigenlijk dezelfde schriftgedeelten. Dat gaat over waar God is, en we zien dat de berg Sion het nieuwe Jeruzalem is.
Psalm 68:17: Waarom, gebergte met al uw toppen, kijkt u met afgunst naar deze berg, die God als Zijn woning heeft begeerd? Ja, de HEERE zal er voor altijd wonen.
Psalm 132:13-14: Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd.
Oké, er is een plaats in Jeruzalem vandaag, die Sion genoemd wordt, je kunt erheen gaan. Maar is het de geografie die belangrijk is, of zijn het de gebouwen die belangrijk zijn?
Wel als je denkt dat het de gebouwen zijn, dan wil ik u de vraag stellen en we zullen de vraag moeten beantwoorden, als de gebouwen zo belangrijk zijn voor God, waarom heeft Hij dan toegestaan om het zo vaak, liefst 44 keer, te laten vernietigen? Ik denk dat God niets geeft om gebouwen. Hij liet zelfs zijn tempel twee keer vernietigen. Het is duidelijk dat God niets geeft om gebouwen, om de stenen, en al de dingen die deel uitmaken van de infrastructuur van het moderne Jeruzalem.
Maar het is een mentale zaak, en geen geografische belangrijke zaak, voor Hem, en daar spreken we over. Maar het Jeruzalem van boven is geen stad, het Nieuwe Jeruzalem is een Berg. Zijn fundatie is in de heilige bergen. De Heer houd van de poorten van Jeruzalem, meer dan de woonplaats van Jakob. Glorieuze dingen zijn van u gesproken, O stad van God!
Het nieuwe Jeruzalem is een Berg
Zijn fundament rust op de heilige bergen. De HEERE heeft de poorten van Sion lief boven alle woningen van Jakob. Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God! Sela Ik noem Rahab en Babel onder wie Mij kennen; zie, de Filistijn en de Tyriër, met de Cusjiet: die zijn daar geboren. Van Sion wordt gezegd: Man voor man is erin geboren. De Allerhoogste Zelf doet haar standhouden. Psalm 87:1-5
En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:10.
Ezechiël zag de berg-stad, en Johannes keek van boven naar de stad. Het is echt belangrijk voor mij, omdat elke vertaling die ik kon vinden zegt: "En hij bracht me in de geest boven/over/op [epi] een grote en hoge berg en toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem, neerdalende uit de hemel bij God vandaan. Het zegt in het Grieks 'epi' wat betekent erop/over. En ik kan niet begrijpen waarom we het anders vertalen. Als je kijkt naar het woord, en naar alle andere woorden die zijn vertaald, is het over/erop/boven. Dan plotseling komt in mijn aandacht dat zoveel geleerden hebben gezegd, goed hij vliegt eroverheen, maar hij gaat naar de berg, en kijkt naar Jeruzalem vanaf een afstand. Maar dat is niet de kwestie. De engel pakt hem op en neemt hem mee over het nieuwe Jeruzalem, het is een vliegen eroverheen en het wordt beschreven als een grote berg.
Ezechiël 40:2 zegt: "In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op [el] een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad."
Hier in de vertaling hebben de vertalers geschreven: "Hij zette mij op een zeer hoge berg" en gebruikten het woord 'op'. Dat is gedaan omdat het sleutelwoord hier is 'el'.
El is het woord dat betekent 'naar' of 'op'. Er is nog een ander woord dat betekent 'op', en dat is 'naar'. Het zijn verschillende woorden met dezelfde betekenis en als je kijkt naar al die andere plaatsen met dat woord 'el' dat Ezechiël gebruikt dan is het op/naar, wanneer je kijkt naar al die verschillende geschriften waarin dit woord 'el' is gevonden, en het gebruikt voor 'naar', of als 'op'. En plotseling vertalen ze deze woorden met "toen zette hij mij op een zeer hoge berg", en dat is niet juist. Ik weet niet de reden waarom ze dat deden, maar het is dat hij ging naar een hoge berg. Hij zette Ezechiël neer en die kijkt naar een hoge berg en daarop, op die hoge berg, daar ligt het bouwwerk van de stad.
Dus wat we hier zien is dat het nieuwe Jeruzalem een bouwwerk is als een hoge berg. Het is een bergstad, zo is het genoemd, dat is het wat er gezegd wordt.
Merk op waar Satan was, hij was op de berg. U was in Eden, de tuin van God; u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad ... U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Ezech. 13a.14b.
Satan was op de berg
Satan was daadwerkelijk in de stad van God. En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde. Jesaja 14:13. Kijken we dan nog naar Psalm 48:2-3: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning!
Aan de noordzijde staat er twee keer vermeld in de Bijbel, met de verwijzing naar de berg van God. Daar was het waar Satan naar wilde opstijgen naar de top en dat wilde overnemen. Dat is de plaats waar we naar kijken. Sion - Berg van God.
Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal ‘stad van de waarheid’ genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten ‘ de heilige berg’. Zach. 8:3.
Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken. Joël 3:8.
Opnieuw, dat is nauwelijks voor te stellen vandaag, maar wel in de toekomst, omdat God daar zal zijn en de stad van God zal daar zijn.
Het zal echter in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat de volken ernaartoe zullen stromen. Micha 4:1
Vele heidenvolken zullen op weg gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Micha 4:3 en ook Jesaja 2:2-3.
Nu een laatste opmerking over Jeruzalem. De naam Jeruzalem in het Hebreeuws is Jerushalaim met een tweeledig einde, en dat vertelt ons dat er eigenlijk twee Jeruzalem's zijn. Toen ik in Israël was kon ik het niet begrijpen waarom het woord Jerushalaim een uitgang heeft die dubbel is. Je kunt vragen wat dan die dubbele uitgang dan wel is, wij kennen dat niet, maar in het Hebreeuws hebben ze een uitgang die dubbel betekent, komende van de oorspronkelijke, hetzelfde als een 'hand' yad is, en de twee samen 'kaph' als een stel. Je hebt ayin (עין) oog en enayin (עיניים) als ogen. Ze hebben een dubbele betekenis dus die 'aim' maakt dat het dubbel is, en ik zag maar één Jeruzalem. Later zag ik, oh, het zijn eigenlijk twee steden. Het is de ene waar ik nu in loop en die je vandaag kunt bezoeken en het is de andere stad boven.
Als je dat ziet, dat bevestigd het, dat God's troon op aarde is gedurende het Millennium.
God's troon zal daar zijn
Maar Ik zeg u: Zweer in het geheel niet, niet bij de hemel, want dat is de troon van God; Matt. 5:34
En meteen raakte ik in geestvervoering. En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand.
En uit de troon kwamen bliksemstralen, donderslagen en stemmen. En er stonden zeven vurige fakkels te branden vóór de troon. Dit zijn de zeven Geesten van God.
En telkens wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dank brachten aan Hem Die op de troon zat en Die leeft in alle eeuwigheid... Openbaring 4:2,5,9.
Dat is de troon van God waarop Hij zit. Dus als God's troon daar is, dan betekent dit, dat God zelf daar is. Ook Hebreeën spreekt daarover: terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. Hebreeën 12:2
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Openbaring 7:15
En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van God. Openbaring 14:5
De troon van God is de troon van de Vader, Jezus zit ook op de troon van de Vader, zo lezen we in Openbaring: De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam. Openbaring 22:1
Gods troon zal daar zijn, zo lezen we in Jeremia 3:17:
In die tijd zal men Jeruzalem de Troon van de HEERE noemen. Alle heidenvolken zullen er samenstromen, tot de Naam van de HEERE, tot Jeruzalem. Zij zullen niet meer hun verharde, boosaardige hart achterna gaan.
Dit is een allegorie, en niet figuratief, dit is letterlijk. Ezechiël 43:7: Mensenkind, dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten.
U ziet het, God is hier om daar te zijn gedurende het Millennium. Ook Jezus zal hier eveneens zijn en onder ons wonen, Hij zal hier regeren met een ijzeren staf voor de periode van duizend jaar als het hele programma wordt uitgevoerd.
Ik zag de HEERE op Zijn troon zitten, en heel het hemelse leger stond bij Hem, aan Zijn rechter- en aan Zijn linkerzijde. 1 Koningen 22:19
In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel. Jesaja 6:1
Psalm 11:4 zegt: De HEERE is in Zijn heilig paleis, de troon van de HEERE staat in de hemel; Zijn ogen doorzien, Zijn blikken beproeven de mensenkinderen. Ook Psalm 45:7: Uw troon, o God, bestaat eeuwig en altijd; de scepter van Uw Koninkrijk is een scepter van rechtvaardigheid.
Ik keek toe totdat er tronen werden geplaatst, en de Oude van dagen Zich neerzette. Zijn gewaad was wit als de sneeuw en het haar van Zijn hoofd als zuivere wol. Zijn troon waren vuurvlammen en de wielen ervan waren laaiend vuur. Daniël 7:9
Uit de troon van God en van het Lam. In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de boom des levens... En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen. Openbaring 22:1b,3
Natuurlijk dit spreekt over het hemelse Jeruzalem en het Hemelse Jeruzalem daalt neer op de planeet aarde.
En wie zweert bij de hemel, die zweert bij de troon van God en bij Hem Die daarop zit. Matt. 23:22.
God woont voor eeuwig op de Berg Sion.
Uit Sion, de volmaakte schoonheid, verschijnt God blinkend. Onze God komt en zal niet zwijgen; voor Zijn aangezicht verteert een vuur, rondom Hem stormt het geweldig. Psalm 50:2,3Want de HEERE heeft Sion verkozen, Hij heeft het begeerd tot Zijn woongebied. Dit is, zei Hij, Mijn rustplaats tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want naar haar heb Ik verlangd. Psalm 132:13,14
Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE , naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Jesaja 2:3.
De HEERE heeft de poorten van Sion lief boven alle woningen van Jakob. Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God ! ...Al mijn bronnen zijn in u! Psalm 87:2,3,7.
Zijn oudsten
God wil glorieus zijn in Sion voor zichzelf. We lezen dat in Jesaja, maar eveneens in Openbaring, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn. Jesaja 24:23b
En rondom de troon stonden vierentwintig tronen. En op de tronen zag ik de vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd. Openb. 4:4 en vers 10; wierpen de vierentwintig ouderlingen zich neer voor Hem Die op de troon zat, aanbaden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en wierpen hun kronen neer vóór de troon en zeiden:...
En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Openb. 5:8.
En de vierentwintig ouderlingen en de vier dieren wierpen zich neer, aanbaden God, Die op de troon zit, en zeiden: Amen, Halleluja! Openb. 19:6.
God zelf zal in de stad zijn
Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u (Jeruzalem vlgs vers 14) op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En heidenvolken zullen naar uw licht gaan en koningen naar de glans van uw dageraad. Sla uw ogen op, kijk om u heen en zie: zij allen zijn bijeengekomen, zij komen naar u toe. Uw zonen zullen van verre komen en uw dochters zullen op de heup gedragen worden. Jesaja 60:1-5
Heidenen brengen hun vermogen naar het nieuwe Jeruzalem
Dan zult u het zien en stralen, uw hart zal diep ontzag hebben en zich verruimen, want de menigte van de zee zal zich naar u toekeren, het vermogen van de heidenvolken zal naar u toe komen.
Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden. Jesaja 60:5,11.
We lezen hierover ook in Openbaring 21. Daar staan dezelfde dingen die gaan gebeuren.
God is in het midden van Jeruzalem
Ook zullen, zich buigend, naar u toe komen de kinderen van hen die u onderdrukt hebben, en allen die u verworpen hebben, zullen zich neerbuigen aan uw voetzolen, en zij zullen u noemen: Stad van de HEERE, het Sion van de Heilige van Israël.
De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad.
Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de HEERE zal voor u tot een eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen. Jesaja 60:14,19-20.
Opnieuw, het woord 'u' is gelijk aan Jeruzalem. We zien hetzelfde in Openbaring 21:23: En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.
We zien hetzelfde in Openbaring als ook in Jesaja, in al die teksten die we hebben gezien.
God in het midden van Israël voor eeuwig
In die dagen zal Juda verlost worden en zal Jeruzalem onbezorgd wonen. Dit is hoe men de stad noemen zal: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID. Jeremia 33:16.
Dat is de naam van de stad. Hij zegt in Ezech 37:26-28: Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid.
Mijn tabernakel zal bij hen zijn, Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn.
Voor eeuwig; het is niet voor een bepaalde tijd, en wat dan weer weggaat, nee het zal voor altijd blijven, en het start aan het begin van het Millennium. Hij zegt opnieuw in Ezechiël 43:7: Dit is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten. en in vers 9: zodat Ik voor eeuwig onder hen wonen zal.
En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR. Yehovah shammah Ezech. 48:35b.
Dat is de naam van de stad Adonai Shammah en wat de stad zal zijn en dat God werkelijk in de stad is, iets wat we vinden in de Hebreeuwse geschriften en in het boek Openbaring.
God woont bij zijn volk
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Openbaring 17:15.
En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. Openbaring 21:3.
Dat is wat we ook lezen door alle Hebreeuwse geschriften heen en wat we ook kunnen lezen in Openbaring. God is daar, omdat het start in het begin van het Millennium en gedurende dat Millennium. God zal wonen bij de mensen.
Ik zal met hen een verbond van vrede sluiten. Het zal een eeuwig verbond met hen zijn, Ik zal hun een plaats geven en hen talrijk maken, en Ik zal Mijn heiligdom in hun midden zetten tot in eeuwigheid. Mijn tabernakel [Mishkan] zal bij hen zijn. Ik zal een God voor hen zijn en zíj zullen een volk voor Mij zijn. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, Die Israël heiligt, wanneer Mijn heiligdom voor eeuwig in hun midden zal zijn. Ezech. 37:26-28.
Opnieuw, Hij wil wonen bij zijn volk en de tranen van hun ogen wissen en dat brengt ons naar de Bruiloftsmaal van het Lam.
Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden . Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Openbaring 7:15-17.
Het bruiloftsmaal van het Lam; wanneer gaat dat gebeuren. Ik weet dat er velen zijn die zeggen dat dit gebeurt gedurende de zeven jaar van verdrukking terwijl wij als de kerk daar opgenomen zijn, dat dan het Bruiloftsmaal plaatsvindt.
Maar is het wel juist dat het bruiloftsmaal dan plaats vindt, terwijl de mensen op aarde lijden, dat er dan een bruiloft is terwijl zij lijden?
Er is voor mij meer reden om aan te nemen, en in feite in overeenstemming met de bijbel, dat het Bruiloftsmaal plaats vind aan het begin van de Millennium als het Koninkrijk is opgericht. Dat is de tijd van feestvieren, na al de oorlogen, nadat alle koningen weg zijn en Jezus terugkomt om Israël te redden, wanneer ze uiteindelijk hebben geroepen "gezegend Hij die komt in de Naam van de Heer." Dan komt Hij terug en dat is de tijd voor het Bruiloftsmaal van het Lam.
En dat is na de zeven jaar en voor de duizend jaar. Dat is een beter tijdstip als je het mij vraagt. Let op wat Paulus zegt over het Jeruzalem dat boven is.
Jeruzalem van boven
Want deze Hagar is de berg Sinaï in Arabië, en komt overeen met het huidige Jeruzalem, dat met haar kinderen in slavernij is. Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen.
Ik vertelde u over het woord Jerushalaim met de de dubbele uitgang als tweeledig. Je hebt het Jeruzalem op aarde en het Jeruzalem van boven, hier hebben we nu het woord 'van boven'. Als we door de sluier zouden kunnen kijken, konden we zien dat het hemelse Jeruzalem daar precies boven de bedekking van Jeruzalem is en je zou het dan kunnen zien. In ieder geval, als de bedekking wordt weggenomen en alles zichtbaar wordt, komt het hemelse Jeruzalem dan naar haar plaats, omdat er vrede is tussen hemel en aarde, wat mogelijk gemaakt is uiteraard door het bloed van Jezus.
De sluier wordt weggenomen en als dat gebeurt, daalt de stad neer.
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Jesaja 65:19.
God bereidt de bruid voor de mensen.
Want hij verwachtte de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is.Jezus zei: In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken.
Het Jeruzalem in de Millennium en het hemelse Jeruzalem zijn een en dezelfde, zoals we al lazen in Psalm 48:1-2: De stad van onze God, op Zijn heilige berg. Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning! Wat helemaal gelijk loopt met Hebreeën 12:22: Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen.
Maar ziet u, God scheidde zich werkelijk af van Jeruzalem volgens het boek Hosea.
Klaag uw moeder [Jeruzalem] aan, klaag haar aan, want zij is Mijn vrouw niet en Ik ben haar Man niet. Laat zij haar hoererij van haar gezicht wegdoen...Hosea 2:1.
Dit is bijna een demonstratie over de mensen van Jeruzalem, maar ook over de locatie op aarde.
Ik zal haar wijnstok en haar vijgenboom verwoesten. Hosea 2:11.
Maar dan zegt God verder in Hosea 22:18: Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid.
Ook voor u, Juda, is een oogst weggelegd, wanneer Ik een omkeer breng in de gevangenschap van Mijn volk. Hosea 6:11.
Want de Heer gaat opnieuw trouwen met haar, voor eeuwig. Hij trouwde met haar, scheidde en hertrouwt haar, Maar wacht even. God zei dat het niet juist is dat een man trouwt, scheidt en weer trouwt, hoe is dat dan mogelijk, breekt Hij dan zijn eigen wet? Maar let op, trouw is er alleen totdat een van hen sterft. Zo dus God kan zich aan Zijn wet houden als Hijzelf sterft, nietwaar. Aah, dat deed Hij dan ook, daadwerkelijk. Hij stierf, en zo kwam er een einde aan die relatie, en wanneer Hij dan opstaat uit de dood, dan kunnen we weer opnieuw trouwen. Ik ben met jou eens een keer gescheiden en Mijn eigen wet verbood mij om weer met jou te trouwen, maar Ik stierf, Ik ben wel dezelfde, maar toch ook iemand anders, dus nu kunnen we opnieuw trouwen volgens de wet.
Iemand die in ondertrouw is, wordt een bruid genoemd, zij wordt de bruid. Er is het voornemen om haar, Jeruzalem, te trouwen.
Ik zal u voor eeuwig tot Mijn bruid nemen: ja, Ik zal u tot Mijn bruid nemen in gerechtigheid en in recht, in goedertierenheid en in barmhartigheid. In trouw zal Ik u voor Mij als bruid nemen; en u zult de HEERE kennen. Op die dag zal het geschieden, spreekt de HEERE, dat Ik zal verhoren. Ik zal de hemel verhoren en die zal de aarde verhoren. Dan zal de aarde het koren, de nieuwe wijn en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. En Ik zal haar voor Mij in de aarde zaaien en Mij ontfermen over Lo-Ruchama. Ik zal zeggen tegen Lo-Ammi: U bent Mijn volk, en hij zal zeggen: Mijn God! Hosea 2:18-22.
Ik kan niet ingaan op alle details, maar je kunt dit nazoeken in het boek "Why God did not elect Calvinists, wat ingaat op de uitverkiezing, en daarin geef ik details waarom het woord uitverkiezing slaat op de Joden of ga naar mijn website, daar staat ook een artikel.
[Editor: Ik meen te moeten opmerken dat dit toch tevens slaat op de tien stammen die als het huis van Efraïm een scheidingsbrief hebben gekregen.]
Wel, als dan het hemelse Jeruzalem neerdaalt, dan komt de Bruid! Dit omdat we in Jesaja 62:4.5 lezen: Tegen u [Jeruzalem] zal niet meer gezegd worden: verlatene, en tegen uw land zal niet meer gezegd worden: woestenij , maar u zult genoemd worden: Mijn welgevallen (Hephzibah) is in haar, en uw land (Beulah): getrouwde; want de HEERE verlangt naar u, en uw land zal getrouwd worden. Want zoals een jongeman trouwt met een jonge vrouw, zo zullen uw kinderen trouwen met u; zoals een bruidegom zich verblijdt over zijn bruid, zo zal uw God Zich over u verblijden.
Bruid in enkelvoud, Hij verheugd zich over Jeruzalem, zij wordt de Bruid genoemd en wie trouwt er met haar? Wel dat is God maar evenzo zal de Zoon haar trouwen.
Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan de HEERE doet denken, gun u geen rust. Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld heeft tot een lof op aarde. Jesaja 62:6-7.
Jeruzalem, de Bruid
Nu, wat ziet Johannes in Openbaring? En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem , neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is. Openbaring 21:2Wel, u ziet dat als het over de Bruid gaat, we niet spreken over de Kerk, maar we spreken over het Nieuwe Jeruzalem. Maar u zult zeggen, wacht even, wat blijft er over voor ons? Wel, wij gaan de stad binnen en wij trouwen eveneens de stad. Ik weet niet precies hoe je een stad trouwt, wel hoe je een burger wordt van een stad, denk ik; maar als God trouwt, trouwen wij ook met Jeruzalem, daarin zijn wij verbonden met God. Dus opnieuw, het is niet zo dat er iets wordt weggenomen, maar juist toegevoegd, zoals we zagen, en dat maakt het grootser.
Is de stad een kubus?
Wel, hier komen we bij een nieuwe vraag, het nieuwe Jeruzalem, is dat een Kubus of een Berg/Piramide?
Merkwaardig genoeg wordt het beschreven als een berg. Het Constable commentaar zegt: Deze omschrijving kan gelden voor zowel een kubus als voor een pyramide vorm, in de vorm van een Babylonische ziggurat. Het feit dat het Heilige der heilige een kubus is, leidde tot de conclusie dat het Nieuwe Jeruzalem eveneens een kubus zal zijn in vorm, maar dat is speculatie.
Berg Sion/stad van God/Hemels Jeruzalem
De bottomline is dat men uit de omschrijving niet de conclusie kan trekken dat het een kubus is; het is juist een bergstad als een pyramidevorm en ik wil het die vorm geven. We zien opnieuw dat het een berg is.
En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God. Openb. 3:12.
Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen. Hebreeën 12:22.
Maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is de moeder van ons allen. Galaten 4:26.
Satan was op die berg. Wie zal de berg van de HEERE beklimmen? Wie zal staan in Zijn heilige plaats? Wie rein is van handen en zuiver van hart, wie zijn ziel niet opheft tot wat vals is, en niet bedrieglijk zweert. Psalm 24:3-4.
U was in Eden, de hof van God... U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. Ezechiël 28:13-14. Johannes zweefde over een berg. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en liet mij de grote stad zien, het heilige Jeruzalem, dat neerdaalde uit de hemel, bij God vandaan. Openbaring 21:10.
Ezechiël werd naar een stad gebracht. In visioenen van God bracht Hij mij naar het land van Israël. Hij zette mij op (richting, volgens de Engelse vertaling) een zeer hoge berg, met daarop aan de zuidzijde iets als het bouwsel van een stad. Ezechiël 40:2.
Kunstmatige heilige bergen - een vervalsing van het echte
De berg is de basis van wat we noemen een pyramide. Nu, een pyramide waarmee men werkt, wat is er zo interessant aan? Dat is dat Satan een vervalsing hiervan wil en pyramide's wil oprichten op aarde en ze heilige bergen noemt die de eerste weg moet nemen en probeert om er zo een vervalsing voor in de plaats te zetten, die men een heilige berg zal noemen.
Nu wat betreft de afmetingen van de stad en de muren en poorten. Wel, we zien een Man in Ezechiël 40 met het uiterlijk van koper.
Zie, een Man. Zijn uiterlijk was als het uiterlijk van koper en in Zijn hand was een linnen koord en een meetlat. En Hij stond in de poort. Ezech.40:3.
We zien Hem in de beschrijving in Ezechiël en eveneens in Openbaring.
En hij die met mij sprak, had een gouden meetlat om de stad op te meten, en haar poorten, en haar muur. En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk. En hij mat haar muur op: honderdvierenveertig el, een mensenmaat, die ook de maat van een engel is. Openbaring 21:15-17.
De afmetingen van de stad
Maar wat als het over de poorten gaat? U ziet, er wordt hier een basis aangegeven en als de stad wordt gemeten dan worden de zijden gemeten van hoek naar hoek. Hierop geeft Barnes een commentaar over Openb. 21:16: "Natuurlijk kan dit niet letterlijk worden begrepen, en het hele idee van een letterlijke vervulling hiervan toont de absurditeit aan van deze wijze van interpretatie."
"Het is zinloos om te proberen om de metingen te verlagen of om te zetten tot letterlijke interpretaties op deze zeer gewrocht symbolische taal. Zeker, de betekenis is dat de hemel groot genoeg zal zijn voor allen" RWP.
Ik ben het daar niet mee eens; ik denk dat we het letterlijk moeten verstaan en we hoeven hier niet een allegorische interpretatie te verstaan.
Is het een totale omtrekmaat of van elke zijde? Het is niet duidelijk of de 1500 mijl (twaalfduizend stadiën) de maat is van elk van de vier zijden of de totale maat en dan "4 x 344 mijl"; volgens JFB hebben ze daarom de 1500 mijl in vieren gedeeld in 344 mijl. Dus is daarbij opgemerkt dat de 12000 stadia = 1380 mijl de ene zijde of het totaal is? Sommige van de Rabbijnen voeren aan dat de muren van het Nieuwe Jeruzalem beschreven in Ezechiël zullen reiken tot aan Damascus. - RWP. De afstand tussen Jeruzalem en Damascus is 132 mijl, dit volgens Google Earth. Als we kijken naar Herodotus, de Griekse historicus, die ons een beeld geeft van het Babylon in zijn dagen, hij zegt dat de stad een groot vierkant was 42 mijl in omtrek.
Dus zo starten we met het totaal van de zijden van de stad, wat duidelijk 42 mijl is, maar omdat we kijken naar een stad als een berg in de vorm van een pyramide met een vierkant grondvlak en zijden die schuin weglopen als een pyramide onder dezelfde hoeken met een afstand van 1380 mijl en dat gedeeld door 8 dan geeft ons dat een 172,5 mijl voor elke kant. Ik probeer niet uit te leggen hoe het precies werkt maar de zijden en de basis zijn aan elkaar gelijk evenals de hoogte.
Wel de muren zijn van kostbaar edelgesteente. U, ellendige, door stormweer voortgedrevene, ongetrooste, zie, Ik zal uw stenen leggen in schitterend zilverwit, Ik zal u grondvesten op saffieren , uw torens maken van kristal, uw poorten van robijn, heel uw omwalling van edelsteen. Jesaja 54:11-12.
Als we het vergelijken met Openbaring, dan zien we dat we dezelfde omschrijving zien in Openbaring 21: En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas. En de fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd, het vijfde onyx, het zesde sardius, het zevende chrysoliet, het achtste beril, het negende topaas, het tiende chrysopraas, het elfde hyacint, het twaalfde amethist. En de twaalf poorten waren twaalf parels. Elke poort apart bestond uit één parel, en de straat van de stad was zuiver goud, als doorzichtig glas. Openbaring 21:28-20.
Dus als we kijken naar de omschrijving van de muren in Jesaja, dan is de omwalling van edelsteen; en ook in Openbaring is het edelgesteente, de conclusie daaruit is dat het gaat om dezelfde stad met dezelfde omschrijving.
De twaalf poorten met de namen van de twaalf stammen van Israël: De poorten van de stad zullen overeenkomstig de namen zijn van de stammen van Israël: drie poorten naar het noorden:... aan de oostzijde... de zuidzijde... de westzijde... En de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR. Ezech. 48:31-35.
Zij had een grote en hoge muur met twaalf poorten, en bij die poorten twaalf engelen. Ook waren er namen op geschreven, namelijk van de twaalf stammen van de Israëlieten. Drie poorten op het oosten, drie poorten op het noorden, drie poorten op het zuiden, en drie poorten op het westen. Openbaring 21:12-13.
Opnieuw, als we kijken naar de omschrijving, dan zien we in Ezechiël een stad die een basis heeft als een vierkant en zijn er twaalf poorten, drie aan elke zijde en natuurlijk de namen van de poorten zijn de namen van de twaalf stammen van Israël, precies als we ook hebben in Openb. 21, wat mij leidt tot de conclusie dat dit dezelfde stad is.
De afmetingen van de poorten
Kijkend naar de zijden met de poorten zijn er drie poorten, zowel in Openb. 21;13 als in Ezech. 48:33. Maar in Openbaring wordt ons niet verteld hoe groot de afmetingen zijn van de poorten, de engel geeft geen maten voor de poorten en de grootte van de poorten; dat is ons verteld in Ezechiël. Dus in Openbaring wordt ons gezegd hoe groot de stad is en hoe hoog de muur is, maar niet wordt verteld hoe groot de poorten zijn.
Ezech. 48:30: Dit zijn de uitgangen van de stad: aan de noordzijde is de maat vijfenveertighonderd el (rod hebreeuws)
De afmeting 4500 rods/maatstaf elk zijnde een cubit en een handbreedte (Ezech. 40:5) een cubit = 52,3 cm, een rod (el) = 6 cubits is dus 3,14 meter.
De totale lengte per zijde is 46395 el; verdeel het door 3 poorten, is dat 2.92 mijl (4,6) km voor elke poort, we spreken over een massieve poort en de veronderstelling dat er deuren zullen zijn in die poorten, maar die nooit gesloten zullen worden, het zijn dus hele extreme grote entrees.
De deuren zullen altijd open staan volgens Jesaja 60:11: Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden, opdat men het vermogen van de heidenvolken naar u toe zal brengen en hun koningen naar u toe geleid zullen worden.
En haar poorten zullen overdag nooit gesloten worden, want daar zal geen nacht zijn. En zij zullen de heerlijkheid en de eer van de naties daarin brengen. Openbaring 21:25-26.
Geen tranen meer
Het is dezelfde stad waar het vermogen van de volken wordt binnengebracht, er zijn geen tranen meer in die stad.
Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde, want de HEERE heeft gesproken. Jesaja 25:8.
En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. Openbaring 21:4.
En Ik zal Mij verheugen over Jeruzalem en vrolijk zijn over Mijn volk. In haar zal geen stem van geween meer gehoord worden, of een stem van geschreeuw. Jesaja 65:19.
Hun ziel zal zijn als een bevloeide hof, zij zullen voortaan niet meer treurig zijn. Jeremia 31:12.
We kijken naar één en dezelfde stad, beschreven in de Hebreeuwse geschriften, alsook in Openbaring. Opnieuw in Jesaja 51:11: Zo zullen wie door de HEERE zijn vrijgekocht, terugkeren en met gejuich in Sion komen. Eeuwige blijdschap zal op hun hoofd zijn, vreugde en blijdschap zullen zij verkrijgen, verdriet en gezucht zullen wegvluchten. Jesaja 51:11 is hetzelfde vers als Jesaja 35:10.
Zij zullen geen honger hebben of dorst lijden, hitte en zon zullen hen niet steken, want hun Ontfermer zal hen leiden, Hij zal hen zachtjes leiden naar waterbronnen. Jesaja 49:10 de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen. Jesaja 25:8 en 4:6:
Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. Openbaring 7:16-17.
God zal zelf de stad verlichten
De zon en de maan zullen er nog steeds zijn Dan zal het licht van de volle maan zijn als het licht van de gloeiende zon, en het licht van de zon zal zevenmaal sterker zijn, net als het licht van zeven dagen, op de dag dat de HEERE de breuk van Zijn volk zal verbinden en de wond die het is toegebracht, zal genezen. Jesaja 30:26.
De volle maan zal rood worden van schaamte, de gloeiende zon zal beschaamd worden, als de HEERE van de legermachten zal regeren op de berg Sion, en in Jeruzalem; en voor Zijn oudsten zal er heerlijkheid zijn. Jesaja 24:23.
Nu er is de gedachte dat er geen zon en maan meer zal zijn, maar dat is niet waar. Het licht van de zon en maan verbleken bij het licht van God en zien eruit als zaklantaarns die je overdag aandoet en geen enkele nut zal hebben, omdat het licht van de zon dit verre overtreft. De zon staat beschaamd.
De zon bestaat nog steeds, alleen de stad heeft dat licht niet nodig.
En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp. Openbaring 21:23.
En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen. En zij zullen als koningen regeren in alle eeuwigheid. Openbaring 22:5.
Nemen we dit alles in een samenvatting:
De sluier is weggenomen - die het vuur van God zichtbaar maakt.
• De aarde wordt vernietigd bij de tweede komst.
• Er is geen tussentoestand Millennium hemel en aarde. Er zijn er maar twee. Er is een nieuwe aarde in het begin, niet aan het eind van het Millennium, een herschepping aan het begin van het Millennium.
• De Berg van God is het Nieuwe Jeruzalem en het Jeruzalem van boven dat neerdaalt op aarde. God's troon is in de stad.
Het is nog steeds mogelijk dat er zonde en dood is buiten de stad, het Nieuwe Jeruzalem, zoals er staat in Openbaring 21:27: Al wat onrein is, zal er niet inkomen, en ook niemand die zich bezighoudt met gruwelen en leugens, maar alleen zij die geschreven zijn in het boek des levens van het Lam. Openbaring 21:27
Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet. Openbaring 22:14.
Niet in de stad, maar buiten, waar volgens Jesaja 65:20 het volgende zal zijn: Daar zal niet meer zijn een zuigeling die maar enkele dagen leeft of een oude man die zijn dagen niet zal volmaken, want een jonge man zal sterven als een honderdjarige, maar een zondaar, al is hij honderd jaar, zal vervloekt worden.
Dat is voor de sterfelijken op de planeet aarde.
Een vervolg is nog niet verschenen, ik weet niet of die er komt, Douglas werkt aan een boek over dit onderwerp.
Bron: The Millennium: Heaven on Earth? (Part 2 of 2) - YouTube