2 GODS WET

2.1 Overweeg alle gebeurtenissen in de hemel, hoe de lichten aan de hemel nooit van baan veranderen, hoe elk van hen stijgt en ondergaat, allen op de juiste tijd, en ze nooit buiten hun recht traden.
2.2 Beschouw de aarde en begrijp het werk dat daarvoor wordt gedaan, van het eerste tot het laatste, er is geen werk van God dat onregelmatig is in verschijning.
2.3 Denk aan de zomer en de winter, hoe de ganse aarde vol is van water en wolken, dauw en regen die erop rusten.
3.1 Bedenk en zie hoe alle bomen lijken te zijn verdord en al hun bladeren afvallen, met uitzondering van de veertien bomen die geen bladeren verliezen, maar bedekt blijven met de oude bladeren, totdat de nieuwe zijn gekomen na twee of drie jaar.
4.1 En nogmaals, aanschouw de dag van de zomer, die begint als de zon heet boven je wordt en men de beschutting en schaduw moet zoeken als gevolg van de hitte van de zon, en de aarde brandt onder zo'n verzengende hitte, dat je niet kunt lopen op de aarde of op een rots vanwege de hitte.
5.1 Bedenk hoe de bomen bedekt zijn met groene bladeren en vrucht dragen. En begrijp ten aanzien van alles, en zie hoe Hij die voor altijd leeft al deze dingen voor u gemaakt heeft.
5.2 En hoe Zijn werken voor Hem staan, ieder volgend jaar, en al Zijn werken Hem dienen en nooit veranderen, maar zoals God het heeft bepaald, en zo is alles gedaan.
5,3 En bedenk hoe de zeeën en rivieren samen hun taken uitvoeren.
5.4 Maar u bent daar niet mee doorgegaan, noch hebt u waargenomen de wet van de Heer. Maar u hebt die overtreden en gesproken met trotse en harde woorden met uw vuile mond tegen zijn magnifieke werk. Gij, verharde harten! U zult geen vrede hebben!
5.5 En daarom zullen uw dagen vervloekt worden, en de jaren van uw leven verwoest. En deze eeuwige vloek zal toenemen en er zal geen genade worden gegeven.
5.6 In die dagen zal uw naam tot een eeuwige vloek zijn voor alle rechtvaardigen. En zij zullen u, zondaars, voor eeuwig vervloeken.
5.7 Maar voor de uitverkorenen zal er licht zijn, vreugde en vrede, en zij zullen de aarde bezitten. Maar voor u, de goddelozen, zal er een vloek zijn.
5.8 Als wijsheid is gegeven aan de uitverkorenen zullen ze allen leven, en nooit meer het verkeerde doen, hetzij door vergeetachtigheid, of door trots. Maar degenen die beschikken over deze wijsheid zullen nederig zijn.
5.9 Zij zullen nooit meer iets verkeerd doen, en zij zullen niet worden geoordeeld in al de dagen van hun leven, en ze zullen niet sterven vanwege toorn of boosheid. Maar ze zullen het aantal dagen van hun leven vol maken. En hun leven zal groeien in alle sereniteit, en de jaren van hun vreugde zullen toenemen in blijdschap en eeuwige vrede, al de dagen van hun leven.

Printen??? Spaar papier en inkt.